Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Tenlastelegging
9 juni 2020te Amsterdam, althans in Nederland, gebruikmakende van het openbaar vervoer en/of de daartoe behorende voorzieningen, te weten een metro, zich toen zodanig heeft gedragen dat de orde en/of rust en/of veiligheid en/of de goede bedrijfsgang werd verstoord of kon worden verstoord door het veroorzaken van hinder en/of gevaar, immers heeft hij niet het verplicht gestelde mondkapje gedragen.
2.Voorvragen
3.Waardering van het bewijs
“1. Vervoerders richten voorzieningen voor openbaar vervoer (…) zodanig in en nemen daarmee samenhangende maatregelen, zodat reizigers in staat worden gesteld zoveel mogelijk een afstand van tenminste 1,5 meter ten opzichte van alle andere in de voorzieningen aanwezige personen in acht te nemen en reizigers van 13 jaar en ouder een niet-medisch mondkapje dragen in voertuigen en vaartuigen.”
Het is een ieder verboden zich in een auto, bus, trein, metro, tram of een via een geleidesysteem voortbewogen voertuig dan wel in of in de onmiddellijke nabijheid van een station, halteplaats, of een andere bij het openbaar vervoer behorende voorziening en de daarbij behorende perrons, trappen, tunnels en liften zodanig te gedragen dat orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang wordt of kan worden verstoord.”
op een andere wijze hinder, gevaar, verontreiniging of beschadiging veroorzaken of kunnen veroorzaken”.
covid-19.
4.De bewezenverklaring
- De verklaring van verdachte ter terechtzitting;
- Het proces-verbaal met bonnummer 090620201711071609 van 31 augustus 2020, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] .
5.De strafbaarheid
6.Waarschuwing
ECLI:NL:RBAMS:2021:3856 (https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBAMS:2021:3856)– geoordeeld dat uit het ten tijde van de verweten gedraging geldende Protocol en de Handreiking een waarschuwingsplicht volgt voor de verbalisant die een overtreding constateert van de per 1 juni 2020 in het openbaar vervoer geldende mondkapjesplicht.