Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Tenlastelegging
16 september 2020te Amsterdam, althans in Nederland, als gebruiker van het openbaar vervoer en/of de daartoe behorende voorzieningen, te weten een metro, geen gevolg heeft gegeven aan (een) aanwijzing(en), betreffende de orde en/of rust en/of veiligheid en/of een goede bedrijfsgang, die door of vanwege de vervoerder duidelijk kenbaar zijn gemaakt, immers heeft zij niet het verplicht gestelde mondkapje gedragen.
2.Voorvragen
3.Waardering van het feit en het bewijs
1. Vervoerders richten voorzieningen voor openbaar vervoer (…) zodanig in en nemen daarmee samenhangende maatregelen, zodat reizigers in staat worden gesteld zoveel mogelijk een afstand van tenminste 1,5 meter ten opzichte van alle andere in de voorzieningen aanwezige personen in acht te nemen en reizigers van 13 jaar en ouder een niet-medisch mondkapje dragen in voertuigen en vaartuigen.”
Een ieder is verplicht de aanwijzingen betreffende de orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang op te volgen die door of vanwege de vervoerder duidelijk kenbaar zijn gemaakt.”
Onder aanwijzingen betreffende orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang wordt mede verstaan de door of vanwege de vervoerder kenbaar gemaakte aanduidingen in beeld of geschrift.”
4.Bewezenverklaring
5.De strafbaarheid van het feit
6.Waarschuwing
“(…) Vervoerders en politie hebben in de ‘Handreiking handhaving Boa’s domein IV Covid-19’ afspraken gemaakt hoe ze met toezicht en handhaving van de noodverordening omgaan. De Boa’s houden toezicht en treden de-escalerend op. Wordt geen gevolg gegeven aan hun aanwijzingen, dan kan in het uiterste geval een boete worden gegeven.(…)