ECLI:NL:RBAMS:2021:4507
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen beslissing griffier inzake griffierecht in faillissementsprocedure
In deze zaak hebben de verzoeksters, HELEOS ENERGY HOLDING B.V. en HELEOS ENERGY B.V., verzet aangetekend tegen de beslissing van de griffier van de Rechtbank Amsterdam om tweemaal griffierecht te heffen voor hun verzoekschrift tot surseance van betaling. De verzoeksters, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.J. van der Korst, stelden dat op grond van artikel 15 lid 1 van de Wet griffierechten burgerlijke zaken (Wgbz) slechts eenmaal griffierecht geheven mag worden wanneer partijen bij dezelfde advocaat verschijnen en een gelijkluidend verzoekschrift indienen. De griffier had echter aangegeven dat er sprake was van twee afzonderlijke verzoeken van verschillende rechtspersonen, waardoor het heffen van griffierecht voor beide verzoeksters gerechtvaardigd was.
De rechtbank heeft de procedure gevolgd en vastgesteld dat het verzet tijdig was ingesteld. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de verzoeken gelijkluidend waren, de bijgevoegde stukken per verzoekster niet gelijkluidend waren. Dit betekende dat per verzoekster een beoordeling moest plaatsvinden, wat rechtvaardigde dat voor elk van hen griffierecht werd geheven. De rechtbank verwees naar een arrest van de Hoge Raad waarin werd bepaald dat in vergelijkbare situaties slechts eenmaal griffierecht geheven dient te worden, maar oordeelde dat de omstandigheden in deze zaak anders waren.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het verzet ongegrond, waarmee de beslissing van de griffier om tweemaal griffierecht te heffen werd bevestigd. De beschikking werd gegeven door mr. E.A. Messer op 24 juni 2021.