Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechterkort geding
[eiser] ,
1. [gedaagde 1] ,
2. [gedaagde 2] ,
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Uitgangspunten
“HUUROVEREENKOMST VOOR BEPAALDE TIJD (TUSSENHUUR)”is, voor zover relevant, het volgende bepaald:
: “(..) [naam] and I currently have some new opportunities and projects to possibly work on together and wanted to ask you whether you would be at all interested in discussing buying the house. (..) We are thinking about what our future plans could be for the house and one of them is to consider selling it. (..)”[gedaagden] hebben op 31 augustus 2020 gereageerd dat dit afhangt van de prijs en het tijdspad. Ook schrijven [gedaagden] .:
“(..) Does it mean that if we will not buy the house, we cannot agree on a new rental period after 1 august 2021? (..)”.[eiser] antwoordt bij e-mailbericht van 2 september 2020, voor zover relevant, het volgende:
“(..) The main issue for me is that if we continue with you as tenants (After Augustus 2021), my understanding is that I have much less flexibility as a landlord which I just want to explore what my options are at the moment (..)”.
“ (..) I will have a good view on my business prospective in the middle of 2021. Would it be a problem for you to wait until May or June 2021 or are you in a hurry to sell the house?”.[eiser] antwoordt hierop op 12 december 2020:
“(..) I am not necessarily in a hurry to sell but I would like to know in May at the latest what your plans are. I need to think about and plan what I want to do in August when the current lease contract ends and whether I want to move into the house etc. (..)”.
(..) I was just checking in to see if you had made any progress towards deciding whether you would like to purchase the house or not. (..)”[gedaagden] antwoorden hierop op 5 april 2021:
“(..) As promised I will come back to you in May and will let you know if I will make an offer on your house. In the meantime there are some technical matters (..) of which I advise you to investigate this. (..)”
“(..) As per previous conversations and emails letting you know of my intention to terminate our rental agreement as of 31st July 2021, I apparently have to also confirm this to you officially in writing. I am therefore attaching a PDF of a letter that will also be sent to you via registered post but I wanted you to receive a copy of it digitally today. (..) In the meantime, I think if would be good for all concerned to agree before the end of next week (ideally) if you intend to purchase the property as of 31st July 2020. (..).In de bijgevoegde brief gedateerd op 11 mei 2021 is, voor zover relevant, het volgende opgenomen:
Vordering
(bedoeld zal zijn 2022),althans een in goede justitie te bepalen datum te ontruimen, op straffe van een dwangsom van € 350,00 per dag met een maximum van € 50.000,-;
Verweer
Beoordeling
toepassing van een beding(cursivering, ktr) in een huurovereenkomst als bedoeld in artikel 7:247 BW tot verhoging van de huurprijs met een hoger percentage dan het bij of krachtens artikel 10 lid 3 van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte bepaalde maximale huurverhogingspercentage leidt, het beding nietig is en de huurprijs geldt als verhoogd met dat maximale huurverhogingspercentage. Er wordt blijkens de wettekst geen onderscheid gemaakt tussen een beding gericht op een eenmalige verhoging als hier aan de orde of een beding gericht op periodieke verhoging. De wet bepaalt dat de hoogte van de jaarlijkse huurverhoging in de vrije sector wordt gemaximeerd op de inflatie plus 1 procent. Voor 2021 komt dit neer op een toegestane huurverhoging van maximaal 2,4% (in casu een bedrag van € 93,60) en nu de wet ook voor bestaande huurovereenkomsten geldt, zal een verhoging ter grootte van dit bedrag worden toegewezen.