ECLI:NL:RBAMS:2021:4465
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het gebruik van water rondom een steiger in het Oostelijke Havengebied te Amsterdam als extensief recreatief medegebruik
In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 24 augustus 2021, gaat het om een verzoek om handhaving van verzoekers die wonen op een woonboot nabij een steiger in het Oostelijke Havengebied van Amsterdam. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, dat hun verzoek om handhaving heeft afgewezen. Zij stellen dat het zwemmen in het water rondom de steiger in strijd is met het bestemmingsplan Borneo, Sporenbrug en Rietlanden 2017, omdat dit gebruik niet valt onder 'extensief recreatief medegebruik'. De voorzieningenrechter heeft op 10 augustus 2021 de zaak behandeld, waarbij verzoekers en hun gemachtigde aanwezig waren, terwijl de gemeente werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde en enkele andere personen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het bestemmingsplan de bestemming 'Water' kent, die onder andere 'extensief recreatief medegebruik' toestaat. Verzoekers hebben aangevoerd dat het zwemmen in het water een grote druk legt op de omgeving en dat dit gebruik niet onder de toegestane bestemming valt. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat het zwemmen in dit geval moet worden aangemerkt als extensief recreatief medegebruik, omdat er geen sprake is van bedrijfsmatige exploitatie of recreatie in verenigingsverband, en het zwemmen geen afbreuk doet aan de hoofdbestemming 'Water'. Bovendien is het niet relevant of er een zwemverbod geldt op grond van het Binnenvaartpolitiereglement, aangezien dit betrekking heeft op de veiligheid en niet op de ruimtelijke ordening.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen overtreding van het bestemmingsplan is vastgesteld. De uitspraak is gedaan door mr. A.C. Loman, in aanwezigheid van griffier mr. E. van der Zweep, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.