Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Matotak B.V.
[gedaagde]
VERDER VERLOOP VAN DE PROCEDURE
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Beoordeling
artikel 20.2: “Voor elk geval dat huurder in verzuim is met de tijdige en volledige betaling van een geldsom, is hij 1% rente per maand verschuldigd over de verschuldigde hoofdsom vanaf de vervaldatum tot aan de dag van algehele voldoening van de hoofdsom. Hierbij wordt een gedeelte van een maand als volle maand aangemerkt.”
artikel 20.6: “Huurder is aan verhuurder een direct opeisbare boete van € 25,00 per kalenderdag verschuldigd voor elke verplichting uit deze overeenkomst met de bijbehorende algemene bepalingen die hij niet nakomt of overtreedt, onverminderd zijn verplichting om alsnog aan die verplichting te voldoen en onverminderd verhuurders overige rechten op schadevergoeding of anderszins. Genoemd bedrag is gebaseerd op het prijspeil 1 januari 2003 en wordt met ingang van 1 januari 2004 jaarlijks geïndexeerd.”
“Beoordeling naar dat moment (totstandkoming van de overeenkomst, ktr) brengt naar het oordeel van het hof mee dat de zin die partijen toen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de huurovereenkomst en de daarvan deel uitmakende algemene bepalingen mochten toekennen er op neer komt dat de huurder er rekening mee kon en moest houden dat indien hij zich schuldig zou maken aan overtreding van een specifiek verbod, het aan overtreding van dat verbod verbonden boetebeding zou gelden en niet daar bovenop nog een (als vangnet opgenomen) algemene boetebepaling. Dat is in lijn met het algemene uitgangspunt dat een specifieke regeling boven een algemene regeling gaat.”
“voor zover geen boete is gesteld op een specifieke tekortkoming”of woorden van gelijke strekking, zoals andere bedrijfsmatig handelende verhuurders wel plegen toe te voegen aan een dergelijk beding. Dit impliceert dat de onderhavige bedrijfsmatige verhuurder er kennelijk voor heeft gekozen algemene voorwaarden te gebruiken waarin een dergelijke toevoeging achterwege is gebleven, maar deze zal daarmee ook de consequenties daarvan dienen te aanvaarden. Om die redenen is de kantonrechter van oordeel dat de algemene bepaling van artikel 20.6 wél van toepassing is. Daarbij komt dat deze uitleg ertoe leidt dat de bepaling in rechte kan worden getoetst. Niet valt uit te sluiten immers dat verhuurders in of met name ook buiten rechte, gelet op de redactie van de algemene boetebepaling, aanspraak maken op de boete uit de algemene boetebepaling én de specifieke boetebepaling, in dit geval de bepaling inzake contractuele rente. Dat gegeven onderstreept, tegen de achtergrond van consumentenbescherming en het doel van richtlijn 93/13 om oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten tegen te gaan, dat dit beding moet worden betrokken bij de vraag of het cumulatieve effect tot een oneerlijk resultaat leidt. Dat kan alleen als de bepaling van toepassing is.
BESLISSING
exploot € 106,00
salaris € 746,00
griffierecht € 1.013,00
-----------------
totaal € 1.865,00
voor zover van toepassing, inclusief btw;