Op 13 juli 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan Spanje op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB). De vordering tot overlevering was ingediend door de officier van justitie op 10 mei 2021 en betreft een EAB dat op 13 april 2021 door het Provinciaal Hof van Barcelona was uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in de Dominicaanse Republiek in 1964, is gedetineerd in Nederland en heeft geen vaste woon- of verblijfplaats in het land. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en vastgesteld dat hij de Dominicaanse nationaliteit heeft.
Tijdens de openbare zitting op 29 juni 2021 is de zaak behandeld, waarbij de officier van justitie mr. N.R. Bakkenes aanwezig was en de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S. Pijl. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak met dertig dagen verlengd om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen. De raadsvrouw voerde aan dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moest worden verklaard, omdat het EAB ongenoegzaam zou zijn. De rechtbank oordeelde echter dat de aanvullende informatie die op 31 mei 2021 was verstrekt, als een aanvulling op het oorspronkelijke EAB moest worden beschouwd en dat er geen wezenlijke verschillen waren in de informatie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, zijn strafbaar volgens Nederlands recht, en de rechtbank heeft besloten de overlevering toe te staan. De uitspraak is gedaan door mr. M. van Mourik als voorzitter, bijgestaan door mrs. J.A.A.G. de Vries en H.G. van der Wilt, en is uitgesproken in het openbaar.