ECLI:NL:RBAMS:2021:4339

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 augustus 2021
Publicatiedatum
19 augustus 2021
Zaaknummer
13/751529-21
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Europees strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering van een opgeëiste persoon aan Italië in het kader van een Europees aanhoudingsbevel

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 10 augustus 2021 uitspraak gedaan over een vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie. De vordering betreft de behandeling van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Preliminary Investigations Judge at the Court of Verona op 13 mei 2021. De opgeëiste persoon, geboren in Albanië in 1990 en momenteel gedetineerd in Nederland, wordt verdacht van ernstige strafbare feiten volgens Italiaans recht, waaronder moord en doodslag, en illegale handel in wapens.

De zitting vond plaats op 27 juli 2021, waarbij de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.M.J.H. Coumans, en een tolk. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en vastgesteld dat de feiten waarvoor overlevering wordt verzocht, zijn opgenomen in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. De rechtbank heeft ook overwogen dat de opgeëiste persoon niet schuldig heeft gepleit, maar dat dit niet leidt tot een weigering van de overlevering.

De raadsman heeft verzocht om aanhouding om informatie te verkrijgen over de detentieomstandigheden in Italië, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat er geen reden is om af te wijken van eerdere uitspraken over de detentiegaranties. De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft derhalve de overlevering toegestaan.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/751529-21
RK nummer: 21/3213
Datum uitspraak: 10 augustus 2021
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 4 juni 2021 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 13 mei 2021 door de
Preliminary Investigations Judge at the Court of Veronaen strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren te [geboorteplaats] (Albanië) op [geboortedag] 1990,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,
gedetineerd in [detentieplaats] ,
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 27 juli 2021. Het verhoor heeft – via telehoren – plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie mr. K. van der Schaft. De opgeëiste persoon is bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.M.J.H. Coumans, advocaat te Amsterdam en door een tolk in de Albanese taal.
Op grond van artikel 22, derde lid, OLW heeft de rechtbank de termijn waarbinnen zij op grond van het eerste lid van dit artikel uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd omdat zij die verlenging nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Albanese nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een
order for precautionary custody by the judge of preliminary investigationsvan
the court of Veronavan 26 april 2021 met kenmerk 848/2020 R.G.N.R. en 282/2021 R.G.G.I.P.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van een door de justitiële autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek ter zake van het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar Italiaans recht strafbare feiten.
Deze feiten zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van dit onderdeel is als bijlage aan deze uitspraak gehecht.

4.Strafbaarheid

Feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
Onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit de strafbare feiten heeft aangeduid als feiten vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. De feiten vallen op deze lijst onder nummer 6 en 14, te weten:
moord en doodslag, zware mishandeling;
illegale handel in wapens, munitie en explosieven.
Volgens de in rubriek c) van het EAB vermelde gegevens is op deze feiten naar Italiaans recht een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren gesteld.

5.Onschuldverweer

De opgeëiste persoon heeft verklaard niet schuldig te zijn aan de feiten. Hij heeft dit echter tijdens het verhoor ter zitting niet aangetoond.
De onschuldbewering kan dan ook niet leiden tot weigering van de overlevering.

6.Detentieomstandigheden

De raadsman heeft om aanhouding verzocht teneinde informatie op te vragen omtrent de detentie-instelling waar de opgeëiste persoon na overlevering terecht zal komen. De raadsman heeft gesteld dat moet worden afgeweken van het door de rechtbank bij uitspraak ECLI:NL:RBAMS:2021:1804 bepaalde, namelijk dat de door de Italiaanse autoriteiten verstrekte detentiegaranties neergelegd in het schrijven van respectievelijk 2 en 4 maart 2020 voor elke opgeëiste persoon gelden. Hiertoe heeft hij aangevoerd dat na de brieven van 2 en 4 maart 2020 een filmopname is gemaakt in een detentie-instelling in Napels. Deze opname toont de situatie in gevangenissen. De minister-president van Italië Draghi heeft naar aanleiding van deze video aangekondigd dat hervormingen in het gevangeniswezen noodzakelijk zijn. Om deze reden is het noodzakelijk voor individuele opgeëiste personen duidelijk te hebben in welke detentie-instelling zij terecht komen en of deze instelling is beschreven in het rapport van de non-gouvernementele organisatie [naam] .
De officier van justitie heeft zich verzet tegen de gevraagde aanhouding en zich op het standpunt gesteld dat de overlevering kan worden toegestaan. Het door de raadsman aangehaalde incident op de video-opname in de Napolitaanse detentie-instelling is niet relevant in deze zaak. De premier heeft aangekondigd dergelijke situaties onacceptabel te vinden en er tegen op te willen treden. Het bepaalde in ECLI:NL:RBAMS:2021:1804 is nog steeds van toepassing.
De rechtbank is van oordeel dat geen reden bestaat af te wijken van haar standpunt zoals neergelegd in de uitspraak gepubliceerd onder nummer ECLI:NL:RBAMS:2021:1804. De garanties van 2 en 4 maart 2020 zijn nog altijd van toepassing. De door de raadsman overlegde informatie betreft een incident; niet is gebleken van objectieve, betrouwbare, nauwkeurige en naar behoren bijgewerkte gegevens over de omstandigheden in detentie-instellingen in Italië die zouden moeten leiden tot de conclusie dat er een algemeen reëel gevaar bestaat voor een onmenselijke of vernederende behandeling voor de opgeëiste persoon. Het verzoek om aanhouding wordt verworpen.

7.Slotsom

Nu is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW en ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan, dient de overlevering te worden toegestaan.

8.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

9.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan de
Preliminary Investigations Judge at the Court of Verona, Italië.
Aldus gedaan door
mr. H.P. Kijlstra, voorzitter,
mrs. J.P.W. Helmonds en C. Klomp rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Spanjaart, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 10 augustus 2021.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.