In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 10 augustus 2021 uitspraak gedaan over een vordering ex artikel 23 van de Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie. De vordering betreft de behandeling van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Preliminary Investigations Judge at the Court of Verona op 13 mei 2021. De opgeëiste persoon, geboren in Albanië in 1990 en momenteel gedetineerd in Nederland, wordt verdacht van ernstige strafbare feiten volgens Italiaans recht, waaronder moord en doodslag, en illegale handel in wapens.
De zitting vond plaats op 27 juli 2021, waarbij de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.M.J.H. Coumans, en een tolk. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en vastgesteld dat de feiten waarvoor overlevering wordt verzocht, zijn opgenomen in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. De rechtbank heeft ook overwogen dat de opgeëiste persoon niet schuldig heeft gepleit, maar dat dit niet leidt tot een weigering van de overlevering.
De raadsman heeft verzocht om aanhouding om informatie te verkrijgen over de detentieomstandigheden in Italië, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat er geen reden is om af te wijken van eerdere uitspraken over de detentiegaranties. De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft derhalve de overlevering toegestaan.