In deze zaak heeft de kinderrechter op 1 juli 2021 een beschikking gegeven met betrekking tot de spoedmachtiging voor de uithuisplaatsing van twee minderjarigen, hierna te noemen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De kinderen zijn onder toezicht gesteld van Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA) en verblijven wisselend bij hun ouders. JBRA heeft op 1 juli 2021 een verzoek ingediend voor een machtiging tot uithuisplaatsing van de kinderen bij de moeder, met gezag, voor een periode van vier weken. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er dringend en onverwijld een machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is, gezien de situatie van de vader, die een afwerende houding vertoont en de spanning die dit met zich meebrengt voor de kinderen. De kinderrechter heeft besloten om de machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van twee weken te verlenen, met de mogelijkheid voor JBRA en de belanghebbenden om hun mening te geven op een nader te bepalen zitting. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de kinderrechter heeft de verdere beslissing aangehouden tot na de zitting die uiterlijk op 14 juli 2021 moet plaatsvinden. De beschikking is mondeling gegeven op 1 juli 2021 en schriftelijk vastgelegd op 2 juli 2021.