ECLI:NL:RBAMS:2021:4301

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 juli 2021
Publicatiedatum
17 augustus 2021
Zaaknummer
AWB - 21_2894
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens gebrek aan aanvraag door belanghebbende

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen de Stichting voor de Afschaffing van Dierproeven (eiseres) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (verweerder). Eiseres heeft op 26 mei 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De rechtbank heeft vastgesteld dat het Wob-verzoek op 22 februari 2021 is ingediend, maar dat dit verzoek niet geldig was omdat het niet was ondertekend door minimaal twee bestuursleden van eiseres, zoals vereist volgens de statuten van de stichting. Hierdoor was er geen sprake van een aanvraag in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelt dat verweerder niet gehouden was om een besluit te nemen, omdat er geen geldige aanvraag was ingediend door een belanghebbende. Dit leidt tot de conclusie dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep, en de rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk. De uitspraak is gedaan door mr. M.M.L.A.T. Doll, rechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van mr. N. van der Kroft, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 21/2894

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

stichting voor de afschaffing van dierproeven, eiseres,

( [gemachtigde eiseres] )
en

de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, verweerder.

(gemachtigde: mr. M.E. Piek-van der Spek)

Procesverloop

Eiseres heeft met de brief van 26 mei 2021, door de rechtbank ontvangen op 27 mei 2021, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar verzoek om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld. [1] Het beroepschrift kan worden ingediend als het bestuursorgaan niet tijdig een besluit heeft genomen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen. [2]
3. Per e-mail op 22 februari 2021 is een Wob-verzoek ingediend met een verzoek om openbaarmaking van informatie over inspecties van verweerder bij houders van vergunningen tot het fokken van proefdieren in 2020. Het verzoek is ondertekend door de [naam] en opgesteld op briefpapier van eiseres.
4. Uit artikel 1:3, derde lid van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) wordt onder aanvraag verstaan: een verzoek van een belanghebbende, een besluit te nemen. Uit de afschrift van de Kamer van Koophandel en de statuten van eiseres blijkt dat de [naam] bestuurslid is van eiseres en dat de bestuursleden gezamenlijk bevoegd zijn. Volgens de statuten van eiseres zijn minimaal twee bestuursleden gezamenlijk bevoegd om rechtshandelingen namens de stichting te verrichten. Dit betekent dat het verzoek van eiseres door minimaal twee bestuursleden ondertekend had moeten worden. Uit het verzoek blijkt uitsluitend ondertekening door de [naam] . Hieruit volgt dat de aanvraag niet is ingediend namens eiseres, maar door de [naam] . Dat het verzoek is opgesteld op het briefpapier van eiseres maakt dit niet anders.
5. Omdat er geen sprake is van een aanvraag door een belanghebbende is verweerder ook niet gehouden om een besluit te nemen. Omdat verweerder niet gehouden is tot het nemen van een besluit, is er ook geen sprake van een termijn waarbinnen verweerder moet beslissen.
6. Gelet hierop moet naar het oordeel van de rechtbank worden geconcludeerd dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep, zoals genoemd in artikel 6:12, tweede lid, onder a, van de Algemene wet bestuursrecht en dat dus geen sprake is geweest van een ontvankelijk beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit door verweerder. Het beroep zal daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M.L.A.T. Doll, rechter, in aanwezigheid van
mr. N. van der Kroft, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op:
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
2.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.