Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van in de zaak tussen
[eiser] , te Amsterdam, eiser
Procesverloop
11 mei 2021. Eiser heeft daaraan deelgenomen, vergezeld door [de persoon 1] , ( [functie 1] ) leidinggevende van eiser. Verder heeft ook deelgenomen [de persoon 2] , [functie 2] van de school, die als tolk voor eiser heeft opgetreden. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
Overwegingen
7 november 2016. Niet duidelijk is op basis waarvan eiser deze bevoegdheid heeft gekregen. Nuffic vermoedt dat eiser een eerdere onderwijsbevoegdheid had in een andere staat. Aan eisers bachelorgraad is geen onderwijsbevoegdheid verbonden. Nuffic concludeert dat de door eiser gevolgde opleiding geen officiële lerarenopleiding is.
21 november 2019.
2 januari 2007 op het gebied van ‘Childhood Education (Grades 1 -6). Deze heeft hij van de University of the State of New York Education Department gekregen vanwege het door hem gevolgde programma bij de Columbia University.
12 januari 2020 en de in beroep ingenomen standpunten en gedingstukken te betrekken.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 48,- aan eiser te vergoeden;
- bepaalt dat de griffier op het overige door eiser betaalde griffierecht van € 130,- aan eiser vergoedt.
mr. L.N. Linzey, griffier. De uitspraak wordt uitgesproken in het openbaar.