Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.1. De procedure
- de dagvaarding van 15 april 2021, met producties EP01 tot en met EP16;
- de conclusie van antwoord, ontvangen op 21 mei 2021, met productie GP01 tot en met GP33;
- de akte houdende overlegging reactieve producties van AbbVie, ontvangen op 4 juni 2021, met productie EP17 tot en met EP33;
- de akte houdende wijziging van eis, tevens akte overlegging en aanvulling producties van AbbVie, ontvangen op 11 juni 2021, met productie EP32.1, EP32.2 en EP33.1;
- de akte houdende overlegging producties van Alvotech c.s., ontvangen op 11 juni 2021, met productie GP34 en GP35;
- de pleitnota van AbbVie, ontvangen op 15 juni 2021;
- de schriftelijke pleitnota van Alvotech c.s., ontvangen op 15 juni 2021;
- de reactie op pleitnota AbbVie van Alvotech c.s., ontvangen op 17 juni 2021;
- de akte overlegging additionele productie van Alvotech c.s., ontvangen op 17 juni 2021, met productie GP36;
- de digitale mondelinge behandeling via MCU-verbinding op 18 juni 2021 met participatie van partijen, octrooigemachtigden en advocaten.
2.De feiten
“Anti-TNF Alpha Antibodies for use in therapy”. EP 044 ziet op de behandeling van reumatoïde artritis. De aanvraag voor EP 044 dateert van 5 juni 2002 onder inroeping van prioriteit van US 296961, ingediend op 8 juni 2001. De verlening is gepubliceerd op 16 november 2016 en EP 044 is onder andere gedesigneerd voor Nederland. EP 044 vervalt op 5 juni 2022.
“Multiple-Variable dose regime for treating Crohn’s disease and ulcerative colitis”. EP 491 ziet, zoals de titel al zegt, op de behandeling van twee verschillende inflammatoire darmziektes, te weten de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa. De aanvraag voor EP 491 dateert van 11 april 2005 onder inroeping van prioriteit van US 561139, ingediend op 9 april 2004, US 561710, ingediend op 12 april 2004 en US 569100, ingediend op 7 mei 2004. De verlening is gepubliceerd op 2 november 2016 en EP 491 is onder andere gedesigneerd voor Nederland. EP 491 vervalt op 11 april 2025.
over-the-countergeneesmiddelen. Alvotech HF werkt voor de distributie van haar biosimilars onder andere samen met Stada. Stada zal AVT02 voor Alvotech HF op de markt brengen.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bevoegdheid
bis-Vo [6] , nu Alvotech c.s. is verschenen zonder deze (internationale en relatieve) bevoegdheid te betwisten.
clear the way” procedure (een vordering tot nietigverklaring) aanhangig heeft gemaakt. Verschillende concurrenten van Alvotech c.s. hebben hiervoor wel gekozen en zijn, nadat zij met het verweer van AbbVie bekend waren geworden, alsnog licentieovereenkomsten met AbbVie aangegaan, aldus AbbVie. Enerzijds overweegt de voorzieningenrechter dat er voor Alvotech c.s. in zijn algemeenheid geen verplichting is om een “
clear the way” procedure te starten. Dat zou mogelijk anders zijn indien zij voornemens zou zijn om inbreuk te maken of anderszins vast zou staan dat Alvotech c.s. binnenkort met AVT02 op de Europese markt komt en de octrooirechten van AbbVie niet zou respecteren, maar dat is zoals hiervoor overwogen niet aan de orde. Anderzijds merkt Alvotech c.s. terecht op dat ook de oppositieprocedure bij het EOB is aan te merken als een “
clear the way” procedure, nu met deze procedure de Octrooien voor alle Europese landen waarvoor zij gelden, kunnen worden herroepen. Stada is partij bij deze opposities en heeft voorts om versnelde behandeling gevraagd.