Op 2 augustus 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van openlijke geweldpleging tijdens een voetbalwedstrijd tussen Celtic FC en Ajax op 26 november 2015 in Glasgow. De verdachte werd vlak na de geweldpleging staande gehouden met een verwonding op zijn gezicht en bloed op zijn handen. De rechtbank heeft vastgesteld dat, hoewel deze omstandigheden vragen oproepen, ze onvoldoende bewijs opleveren voor een significante bijdrage van de verdachte aan het geweld. De officieren van justitie stelden dat de verdachte betrokken was bij de openlijke geweldpleging, maar de verdediging betwistte dit en wees op het gebrek aan bewijs. De rechtbank concludeerde dat de herkenningen van de verdachte door Schotse verbalisanten niet betrouwbaar waren en dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. Daarom werd de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. De vorderingen van de benadeelde partijen werden niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte niet schuldig was bevonden. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rol van de rechter bij het beoordelen van de betrouwbaarheid van getuigenverklaringen.