ECLI:NL:RBAMS:2021:3821
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vernietiging aanslag zuiveringsheffing bedrijven 2018 wegens niet voldoen aan kenbaarheidsvereiste NEN-normen
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 16 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres] en de heffingsambtenaar van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht. De zaak betreft de vernietiging van een aanslag zuiveringsheffing bedrijven voor het belastingjaar 2018, opgelegd aan [eiseres] ter hoogte van € 39.545,71. De heffingsambtenaar had het bezwaar van [eiseres] tegen deze aanslag ongegrond verklaard, waarna [eiseres] beroep instelde. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanslag was gebaseerd op de Verordening zuiveringsheffing Amstel Gooi en Vecht 2018, waarin verwezen wordt naar NEN-normen voor meting en bemonstering. [Eiseres] voerde aan dat de Verordening onverbindend was, omdat de NEN-normen niet op de juiste wijze waren gepubliceerd, waardoor niet voldaan was aan het kenbaarheidsvereiste.
De rechtbank oordeelde dat de NEN-normen niet op een zodanige wijze waren gepubliceerd dat zij voor iedereen toegankelijk waren, wat in strijd is met de kenbaarheidseisen van de Waterschapswet. De rechtbank benadrukte het belang van het legaliteitsbeginsel in het belastingrecht, dat vereist dat belastingplichtigen hun verplichtingen kunnen vaststellen aan de hand van gepubliceerde regelgeving. Aangezien de NEN-normen niet correct waren gepubliceerd, concludeerde de rechtbank dat de Verordening onverbindend was voor zover deze betrekking had op de heffingsmaatstaf voor de zuiveringsheffing.
De rechtbank vernietigde de bestreden uitspraak en bepaalde dat de definitieve aanslag moest worden verminderd tot € 132,-. Tevens werd de heffingsambtenaar veroordeeld tot vergoeding van het betaalde griffierecht en de proceskosten van [eiseres]. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken en kan binnen zes weken na verzending in hoger beroep worden aangevochten.