ECLI:NL:RBAMS:2021:3723

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 juni 2021
Publicatiedatum
16 juli 2021
Zaaknummer
C/13/703822 / HA RK 2021-217
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht; Strafprocesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot verschoning van de rechter in een strafzaak wegens mogelijke belangenverstrengeling

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 24 juni 2021 een verzoek tot verschoning toegewezen. De rechter, mr. H.J. Fehmers, voelde zich niet vrij om de zaak te behandelen vanwege een mogelijke belangenverstrengeling. Tijdens een zitting op 18 juni 2021, waarin een strafzaak werd behandeld, bleek dat de verdachte jeugdtrainer was bij de voetbalclub waar de zoon van de rechter voetbalt. De rechter, die assistent-coach is van het team van zijn zoon, gaf aan dat deze relatie hem belette om onpartijdig te oordelen in de zaak van de verdachte.

De rechtbank oordeelde dat op basis van artikel 518 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) in een verschoningsprocedure moet worden vastgesteld of er feiten of omstandigheden zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank besloot zonder mondelinge behandeling en op basis van de ingediende stukken dat het verzoek tot verschoning gegrond was.

De beslissing houdt in dat de procedure in de hoofdzaak met parketnummer 13/015849-21 zal worden voortgezet met een andere rechter op een nader te bepalen datum. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. De rechtbank heeft de betrokken partijen, waaronder de raadsman van de verdachte en de officier van justitie, op de hoogte gesteld van deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Wrakingskamer

Beslissing op de onder rekestnummer C/13/703822 / HA RK 21-217 ingeschreven verzoek tot verschoning ingediend door:
mr. H.J. Fehmers, lid van de rechtbank Amsterdam, hierna: de rechter.

1.Verloop van de procedure

1.1.
Bij de afdeling Publiekrecht van de Rechtbank te Amsterdam is onder parketnummers 13/015849-21 een strafzaak aanhangig.
1.2.
Op 18 juni 2021 heeft een zitting plaatsgevonden waarop voornoemde strafzaak is behandeld door de rechter in zijn hoedanigheid van politierechter.
1.3.
Blijkens het proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de politierechter in de strafzaak met bovenstaand parketnummer van 18 juni 2021 heeft de rechter, nadat de verdachte had verklaard dat hij jeugdtrainer bij de [naam] is, na schorsing van het onderzoek ter terechtzitting en hervatting van de behandeling meegedeeld dat hij zich niet vrij voelt in deze zaak te oordelen omdat er sprake is van mogelijke samenkomst van het professionele leven van de verdachte en het privéleven van de politierechter. Hierop is het onderzoek geschorst.

2.Het verzoek

2.1.
Aan het verzoek is ten grondslag gelegd dat het de rechter tijdens de behandeling van de strafzaak duidelijk werd dat de verdachte al lange tijd jeugdtrainer is bij de voorbalclub waar de zoon van de rechter voetbalt. De rechter is assistent coach van het team van zijn zoon. De rechter voelt zich als gevolg daarvan niet vrij de zaak van de verdachte te berechten.

3.De beoordeling

3.1.
Op grond van het bepaalde in artikel 518 van het Wetboek van Strafvordering (Sv) dient in een verschoningsprocedure te worden beslist of er sprake is van de in artikel 512 Sv genoemde feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen leiden. Uit voormelde bepaling valt af te leiden dat de behandeling van een verschoningsverzoek, anders dan de behandeling van een wrakingsverzoek, niet ter terechtzitting behoeft plaats te vinden. De rechtbank zal daarom zonder mondelinge behandeling een beslissing nemen op het verzoek.
3.2.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van de rechter.
3.3.
Nu de rechter ter zitting heeft te kennen gegeven zich niet meer vrij te voelen de zaak te behandelen, gelet op hetgeen de rechter aan zijn verzoek ten grondslag heeft gelegd en voorts mede gelet op aanbeveling 2 van de Leidraad onpartijdigheid en nevenfuncties in de rechtspraak, wordt het verzoek toegewezen.
De rechtbank:
 wijst het verzoek tot verschoning toe en bepaalt dat de procedure in de hoofdzaak met parketnummer 13/015849-21 wordt voortgezet voor een andere rechter op een nader te bepalen datum;
 beveelt dat (een afschrift van) deze beslissing met inachtneming van het bepaalde bij artikel 518 lid 2 Sv. wordt toegezonden aan:
 de raadsman van de verdachte,
 de officier van justitie;
 de rechter.
Aldus gegeven door mr. P.B. Martens, voorzitter, mr. N.C.H. Blankevoort en mr. A.W.J. Ros, leden, op 24 juni 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.