Op 9 juli 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door de rechtbank in Turijn, Italië. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 10 mei 2021 en betreft een strafrechtelijk onderzoek naar de opgeëiste persoon, die wordt verdacht van schuldheling en opzetheling. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en de detentieomstandigheden in Italië beoordeeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een reëel gevaar bestaat voor onmenselijke of vernederende behandeling van gedetineerden in zestien Italiaanse detentiecentra. Echter, op basis van brieven van de Italiaanse autoriteiten van 2 en 4 maart 2020, waarin garanties zijn gegeven over de detentieomstandigheden, concludeert de rechtbank dat voor de opgeëiste persoon geen reëel gevaar bestaat bij overlevering. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, omdat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en er geen weigeringsgronden zijn.
De opgeëiste persoon heeft aangegeven dat hij afstand wil doen van zijn rechten onder het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, om in een detentiecentrum nabij zijn familie in de buurt van Turijn geplaatst te worden. De rechtbank heeft echter benadrukt dat het aan de Italiaanse autoriteiten is om te bepalen waar de opgeëiste persoon gedetineerd zal worden, en dat de rechtbank niet kan afwijken van de gegeven garanties. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de overlevering toe te staan, conform de geldende wetgeving.