Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , te [plaats] , eiseres
Als derde-partij aan het geding deelgenomen: Plan 7 Vastgoedontwikkeling B.V.,te Amsterdam, (gemachtigde: mr. M.A. Grapperhaus), vergunninghouder.
Procesverloop
Overwegingen
Waar gaat deze zaak over?
“[…] De nota is niet van toepassing op aanvragen voor een omgevingsvergunning die zijn ingediend voorafgaand aan het moment van publicatie van het besluit tot vaststelling van de nota.”
“Nee, tenzij…
“Elk hotelinitiatief dat niet past in een rechtsgeldig bestemmingsplan wordt aan onderstaande beleidsregels getoetst”.Volgens het tweede lid mogen uitwerkingsregels wel worden meegenomen, maar wijzigingsregels niet (derde lid):
“Onder passend binnen een rechtsgeldig bestemmingsplan wordt niet verstaan passend binnen de wijzigingsregels van een rechtsgeldig bestemmingsplan.”Gelet hierop moet naar het oordeel van de rechtbank worden aangenomen dat als ‘passend binnen de wijzigingsregels’ niet valt onder ‘passend binnen een bestemmingsplan’, een afwijking van het bestemmingsplan op grond van artikel 2.12, eerste lid, aanhef en onder a, 3°, van de Wabo, al helemaal niet als passend binnen een rechtsgeldig bestemmingsplan kan worden aangemerkt. Wel acht de rechtbank het daarbij, in lijn met de rechtspraak van de Afdeling [5] , van belang op welke onderdelen het project afwijkt van het bestemmingsplan. Anders dan Plan 7 in zijn nadere stuk heeft uiteengezet, gaan de strijdigheden in dit project echter niet alleen over bouwkundige onderdelen, zoals het realiseren van doorbraken. De strijdigheden betreffen namelijk ook onderdelen waarin een aantal bouwlagen, delen van trappenhuizen en een deel van de begane grond in gebruik worden genomen ten behoeve van de hotel- of restaurantfunctie, waar dit volgens de bepalingen van het bestemmingsplan niet is toegestaan. Het betoog van de Vereniging slaagt dus. Het onderhavige verbouwproject diende getoetst te worden aan het Overnachtingsbeleid.
Conclusies
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt het college op om binnen 12 weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 354,00 aan de Vereniging te vergoeden.
mr. C.A.E. Wijnker en mr. D. Sullivan, leden,in aanwezigheid van mr. C. Pasteuning, griffier
.