Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Inleiding
4.De waardering van het bewijs
5.De bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
NJ2008/510).
“Ah nee, ah nee, ah nee!”.Verdachte zag kennelijk aankomen dat [benadeelde partij] van plan was het flesje te pakken. Gelet hierop was op dat moment bij verdachte sprake van een gerechtvaardigde vrees voor een aanval van [benadeelde partij] met het flesje, maar dat laat onverlet dat hij nog de gelegenheid had om weg te gaan. In plaats daarvan bewoog hij met [benadeelde partij] mee richting de plek waar deze het flesje wilde pakken en ging vervolgens de confrontatie aan. De noodzaak tot verdediging ontbrak derhalve en reeds om die reden kan het beroep op noodweerexces niet slagen.
8.De motivering van de straf
9.Het beslag
10.De vordering van de benadeelde partij
11.De toepasselijke wettelijke voorschriften
12.De beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvan
vier (4) jaren.
€ 5.650,- (zegge: vijfduizendzeshonderdvijftig euro)en veroordeelt verdachte mitsdien tot betaling aan de benadeelde partij, [benadeelde partij] , van dit bedrag, bestaande uit
€ 650,- (zegge: zeshonderdvijftig euro)materiële schade en
€ 5.000,- (zegge: vijfduizend euro)immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 augustus 2020 tot aan de dag van de algehele voldoening.
€ 5.650,- (zegge: vijfduizendzeshonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 14 augustus 2020 tot aan de dag der algehele voldoening. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt
gijzelingtoegepast tot maximaal
63 dagen.
verdachtevan: