ECLI:NL:RBAMS:2021:3139
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- R.A. Dudok van Heel
- M.F. van Grootheest
- Rechtspraak.nl
Verwijderen van BKR-registratie na belangenafweging in kort geding
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 15 juni 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiseres en ING Bank N.V. De eiseres, een 25-jarige vrouw, had een betaalrekening bij ING met een kwartaallimiet en was in financiële problemen geraakt door een combinatie van persoonlijke omstandigheden, waaronder arbeidsongeschiktheid en schulden. ING had haar BKR-registratie opgelegd vanwege een debetsaldo dat niet tijdig was aangevuld. De eiseres vorderde in kort geding dat ING de BKR-registratie zou verwijderen, omdat deze registratie haar belemmerde in het verkrijgen van een hypotheek voor de aankoop van een woning van de overleden grootmoeder van haar partner.
Tijdens de mondelinge behandeling op 1 juni 2021 heeft de eiseres haar vorderingen toegelicht, terwijl ING verweer voerde. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de eiseres een spoedeisend belang had bij haar vordering, omdat de termijn voor het verkrijgen van de financiering voor de woning was verstreken. De rechter heeft een belangenafweging gemaakt tussen de bescherming van de consument en de belangen van ING als kredietverstrekker.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de belangen van de eiseres zwaarder wegen dan die van ING. De rechter heeft daarbij rekening gehouden met de huidige financiële situatie van de eiseres, haar stabiele inkomen en het feit dat de registratie haar belemmerde in het verkrijgen van een hypotheek. De rechter heeft ING veroordeeld om de BKR-registratie van de eiseres te verwijderen, en de proceskosten verrekend, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.