In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 7 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen [eiseres], woonachtig in Tetouan (Marokko), en de Raad van Bestuur van de Sociale Verzekeringsbank (Svb). De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag om een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw). De aanvraag werd afgewezen omdat de echtgenoot van [eiseres] op de datum van overlijden, 23 mei 2018, niet verzekerd was voor de Anw. De rechtbank heeft vastgesteld dat de echtgenoot, die in 2015 naar Marokko was verhuisd, zijn duurzame band met Nederland had verbroken. Dit werd onderbouwd door het feit dat hij zich had uitgeschreven uit de Basisregistratie Personen (BRP) en geen zelfstandige woonruimte in Nederland had. De rechtbank oordeelde dat de persoonlijke band van de echtgenoot met Nederland onvoldoende was om te spreken van ingezetenschap op het moment van overlijden. De rechtbank verklaarde het beroep van [eiseres] ongegrond en bevestigde de afwijzing van de aanvraag door de Svb. Er werd geen proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht toegewezen.