ECLI:NL:RBAMS:2021:3099

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 juni 2021
Publicatiedatum
17 juni 2021
Zaaknummer
8392925
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van tandheelkundige kosten en verweer tegen ontvangen nota's

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Famed B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeert, met betrekking tot onbetaalde tandheelkundige kosten. De gedaagde heeft op 5 juli 2019 en 20 juli 2019 behandelingen ondergaan bij een tandarts, waarvoor Famed de vorderingen heeft overgenomen. De gedaagde heeft nagelaten de verschuldigde bedragen van respectievelijk € 21,78 en € 219,28 te voldoen, ondanks meerdere herinneringen en aanmaningen. Famed vordert betaling van de hoofdsom, wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten, in totaal € 283,42.

De gedaagde heeft verweer gevoerd, stellende dat zij de nota van € 21,78 nooit heeft ontvangen en dat zij niet begrijpt waarom er twee nota's zijn voor één behandeling. De kantonrechter heeft in zijn beoordeling vastgesteld dat de gedaagde erkent dat zij voor beide behandelingen afspraken heeft gemaakt en dat de tandarts terecht betaling voor beide consulten verlangt. De gedaagde's verweer dat zij niet op de hoogte was van de kosten is als onvoldoende onderbouwd verworpen.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de gedaagde in het ongelijk is gesteld en haar heeft veroordeeld tot betaling van de hoofdsom, wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten aan de zijde van Famed. Het vonnis is uitgesproken op 17 juni 2021.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 8392925 CV EXPL 20-4872
vonnis van: 17 juni 2021
fno.: 47653

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap Famed B.V.

gevestigd te Amersfoort
eiseres,
nader te noemen: Famed
gemachtigde: Yards Deurwaardersdiensten B.V.
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde,
nader te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

  • dagvaarding van 3 maart 2020
  • rolmededeling van 28 oktober 2020
  • oproeping van 5 november 2020
  • conclusie van antwoord, met producties
  • instructievonnis van 7 januari 2021
  • repliek met producties
  • dupliek met producties
  • akte uitlaten van 22 maart 2021
  • dagbepaling vonnis.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Vordering en verweer

1. Famed vordert dat bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van:
a. de hoofdsom, inclusief buiten gerechtelijke incassokosten en rente, van € 283,42;
b. de wettelijke rente over € 241,06 vanaf 18 februari 2020;
c. de kosten van de procedure.
2. Aan deze vordering legt Famed, samengevat en zakelijk weergegeven, het navolgende ten grondslag. [gedaagde] heeft op 5 juli 2019 en op 20 juli 2019 bij tandarts [naam tandarts] te [plaats] voor een bedrag van € 21,78 respectievelijk € 219,28 een tandheelkundige behandeling ondergaan. De tandartspraktijk heeft de uit deze behandeling voortvloeiende vorderingen overgedragen (gecedeerd) aan Famed. [gedaagde] heeft, ondanks herinneringen en aanmaningen daartoe, nagelaten de verschuldigde bedragen te voldoen waardoor zij tevens wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd is geworden.
3. [gedaagde] heeft verweer gevoerd tegen de nota van € 21,78 en tegen de proceskosten en heeft daartoe, samengevat en zakelijk weergegeven, het navolgende aangevoerd. De nota van € 21,78 heeft zij nooit ontvangen. Zij begrijpt ook niet waarom 2 nota’s worden gestuurd voor 1 behandeling. Buiten de eenmalige herinnering van 20 december 2019 heeft zij nimmer een verzoek om te betalen ontvangen, zodat zij het onterecht vindt dat zij nu zonder meer is gedagvaard om welke reden zij het ook niet terecht vindt dat de kosten van de procedure nu bij haar in rekening worden gebracht.
4. Waar nodig zal bij de beoordeling nader worden ingegaan op de stellingen en verweren van partijen.

Beoordeling

5. [gedaagde] heeft erkend dat zij voor de desbetreffende behandeling twee maal een afspraak heeft gehad bij de tandarts. Dat klopt met de stelling van Famed dat het eerste consult (in dit geval op 5 juli 2019) standaard voorafgaat aan de eigenlijke behandeling (bleken van het gebit). Het is dan ook terecht dat de tandarts voor beide consulten betaling verlangt.
6. Dat [gedaagde] niet op de hoogte zou zijn gebracht van de kosten die de tandarts in rekening zou brengen, wordt hier verder onbesproken gelaten, nu dit verweer eerst bij dupliek naar voren is gebracht. Bovendien is deze ‘blote’ stelling niet onderbouwd.
7. Famed heeft van beide nota’s herinneringen, aanmaningen, laatste aanmaningen en zogenaamde WIK-brieven (van 10 en 24 september 2019)(in welke brieven zij voor het laatst kosteloos is aangemaand) gestuurd aan [gedaagde] , geadresseerd aan het woonadres van [gedaagde] . [gedaagde] heeft ontkend dat zij deze brieven heeft ontvangen, buiten de ‘eenmalige’ herinnering van 20 december 2019, maar nu deze brieven alle op het juiste adres zijn gesteld en door Famed en/of Credios niet retour zijn ontvangen en [gedaagde] ook geen melding heeft gemaakt van andere problemen rondom de postbezorging, wordt zij geacht deze brieven wel te hebben ontvangen.
8. Dat betekent dat [gedaagde] ook geweten moet hebben dat de tandarts 2 nota’s voor de desbetreffende behandeling heeft gestuurd. Van enig protest daartegen voorafgaand aan de dagvaarding is niet gebleken.
9. Het voorgaande betekent dat hetgeen [gedaagde] in deze procedure heeft aangevoerd, als onvoldoende onderbouwd moet worden verworpen.
10. [gedaagde] zal worden veroordeeld in de kosten van de procedure aan de kant van Famed, nu zij geheel in het ongelijk is gesteld.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om tegen bewijs van kwijting te betalen aan Famed € 241,06 aan hoofdsom plus de wettelijke rente berekend tot 18 februari 2020 ad € 2,36 plus de buitengerechtelijke incassokosten ad € 40,00 totaal derhalve € 283,42;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten aan de zijde van Famed, begroot op:
griffierrecht € 124,00
kosten dagvaarding € 86,75
salaris gemachtigde: € 150,00 (2 punten à € 75,00)
------------ +
totaal: € 360,75 voor zover van toepassing inclusief btw;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een bedrag van € 18,00 aan nasalaris, te verhogen met een bedrag van € 68,00 onder de voorwaarden dat betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden en [gedaagde] niet binnen 14 dagen na aanschrijving vrijwillig aan het vonnis heeft voldaan, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Kruisdijk, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 17 juni 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.
de griffier de kantonrechter