Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
[eiser 3],
[eiser 4],
[eiser 5],
[eiser 6],
[eiser 7],
[eiser 8],
[eiser 9],
[eiser 10],
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
[gedaagde 4],
[gedaagde 5], (doorgehaald)
[gedaagde 6], (doorgehaald)
[gedaagde 7],
[gedaagde 8], (doorgehaald)
[gedaagde 9], (doorgehaald)
[gedaagde 10], (doorgehaald)
[gedaagde 11], (doorgehaald)
[gedaagde 12], (doorgehaald)
[gedaagde 13], (doorgehaald)
[gedaagde 14], (doorgehaald)
Aandeelhoudersgenoemd en gedaagden 1 t/m 4 en 7 worden gezamenlijk
Functionarissengenoemd. Partijen worden ook afzonderlijk met hun familienaam aangeduid. Gedaagden 1 en 2 worden ook wel de
Oude Bestuurdersgenoemd en gedaagden 3 en 4 de
Nieuwe Bestuurders.
1.De procedure
- de gelijkluidende dagvaardingen van 30 januari 2019,
- de akte overlegging producties 1 tot en met 102,
- de conclusies van antwoord, met producties, van de Oude Bestuurders, de Nieuwe Bestuurders, [gedaagde 7] en gedaagden 9 t/m 14,
- het tussenvonnis van 17 juni 2020, waarbij een comparitie van partijen werd gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 22 april 2021 en de daarin genoemde stukken
- het ongedateerde verzoek van mr. Jansen tot aanvulling/wijziging van het proces-verbaal,
- de brief van mr. Holtzer van 26 mei 2021,
- de brief van mr. Holtzer van 3 juni 20121.
2.De feiten
Imtech Nederland) vormde samen met haar groepsmaatschappijen de Imtech Group. Onder de groepsmaatschappijen vielen ook Imtech Duitsland en Imtech Polen, vennootschappen naar buitenlands recht. Imtech Nederland had een notering aan Euronext Amsterdam.
AWW). Het project werd mede begeleid door Imtech Duitsland. Dit was voor Imtech een zeer groot project, met een omzet van 620 miljoen euro. Onderdeel van de overeenkomsten gesloten tussen AWW en Imtech Polen was dat AWW diverse vooruitbetalingen zou doen, waaronder één op 21 juni 2012. Deze datum is echter niet gehaald. Daarop heeft de AWW een ‘promissory note’ afgegeven, waarin zij onvoorwaardelijk heeft toegezegd haar voorschotbetaling van bijna 150 miljoen euro aan Imtech Polen te voldoen voor 19 juli 2012. Ook deze datum is niet gehaald. Daarop is een nieuwe promissory note afgegeven, met als einddatum 16 augustus 2012.
Grootste Imtech-order ooit”. In dit persbericht is geen melding gemaakt van achterblijvende betalingen of de promissory note.
De Brauw) opdracht gegeven tot een forensisch onderzoek naar onregelmatigheden bij Imtech Polen.
- Zeer forse afwaardering op Poolse projecten verwacht: ten minste 100 miljoen euro
- Raad van Bestuur stelt forensisch onderzoek in naar mogelijke onregelmatigheden
- Lokaal management in Polen op non-actief gesteld
- Herrubricering van liquide middelen in halfjaarcijfers 2012
- Afwaardering zal [woonplaats] tot het niet voldoen aan convenanten kredietverstrekkers
- EBITA 2012, vóór afwaardering van Poolse projecten en reorganisatielast, hoger dan in 2011
- Naar verwachting geen dividend over 2012
- Aandeelhoudersvergadering 3 april 2013 uitgesteld”.
Overige Aandeelhouders) hebben hun aandelen verworven na deze koersdaling.
de eerste claimemissie).
de AWW-schikking). Zij heeft hierover een summier persbericht naar buiten gebracht.
de tweede claimemissie). Het prospectus is op 8 oktober 2014 uitgegeven. Enkele Aandeelhouders waren op dat moment al in het bezit van aandelen in Imtech Nederland en hebben deelgenomen aan de claimemissie.
VEB) over de periode tot 1 februari 2013. Alleen Aandeelhouder 7 ( [eiser 7] ) heeft deelgenomen aan die schikking.
Aanmaning a).
Aanmaning b), in elk geval naar de raadslieden van [gedaagde 3] , [gedaagde 4] en [gedaagde 7] . Deze brief is verstuurd namens de Stichting, de bij haar aangeslotenen en Imtech Shareholders Action Group B.V. (
ISAG). Bij de brief is een lijst met aangesloten partijen gevoegd, waarop de namen van alle Aandeelhouders staan.
AFM) heeft boetes opgelegd aan [gedaagde 1] en [gedaagde 2] voor het feitelijk leidinggeven aan overtreding van artikel 5:25i lid 2 en 5:58 Wft (oud). Na bezwaar en beroep heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (
CBb) deze boetes in twee uitspraken van 14 augustus 2018 (deels) in stand gelaten, tot een bedrag van 1 miljoen euro ( [gedaagde 1] ) en € 500.000 ( [gedaagde 2] ).
3.Het geschil
Misleiding & persoonlijk ernstig verwijtbaar handelen
cashproblemen ontkennen
negeren fraude-indicaties
persbericht 20 juli 2012 “grootste order ooit”
onjuiste jaarcijfers
te laat Poolse fraude bekendmaken
papieren schikking AWW
misleidend Report to Shareholders
te optimistische aandelenemissie
paniek 2e emissie
plotseling failliet
Schade per eiser in verhouding tot gedaagde
(de rechtbank begrijpt: Aandeelhouders)geleden schade;
4.De beoordeling
Inleiding
“die bij kunnen dragen aan het beoordelen van de omvang van de door de beleggers geleden schade”. De gewijzigde exhibitievordering luidt als volgt:
- Klokkenluider.De brief van “de klokkenluider” van 29 augustus 2014 (productie 66) en de brief van “de klokkenluider” van 4 februari 2013 (productie 35);
- Mailverkeer gedaagden. Mailverkeer tussen de Oude Bestuurders, tussen [gedaagde 7] en [gedaagde 1] en tussen [gedaagde 2] en [gedaagde 7] in de periode 2011 tot uit dienst treden in 2013 en mailverkeer tussen de Nieuwe Bestuurders over de feitelijkheden 1-10.
- Opdracht externe saneerder.Een afschrift van de opdracht aan [naam 6] , de externe saneerder of de communicatie omtrent de uit te voeren werkzaamheden.
- Presentielijst.De presentielijst van de ALV
(de rechtbank begrijpt: de algemene vergadering)van 7 oktober 2014 bij de vergadering over de tweede emissie. - Stuitingsbrieven.Afschrift van (stuitings)brieven van Deminor, VEB, de curatoren – en/of anderen – inzake aansprakelijkheid van gedaagden tegenover aandeelhouders en/of anderen.
“Door middel van aanmelding geeft de belanghebbende de Stichting de volledige en onherroepelijke bevoegdheid om ten behoeve van hem, exclusief en in volledige vrijheid van handelen op te treden bij collectieve en individuele juridische procedures en/of eventuele collectieve en individuele schikkingen”.
(de rechtbank begrijpt: bezaten). Van alle Aandeelhouders voldoet alleen Aandeelhouder 7 ( [eiser 7] ) aan dit vereiste, zodat dat ten aanzien van Overige Aandeelhouders deze aanmaning geen stuitende werking heeft gehad. Aanmaning b. vormt dan ook de eerste aanmaning met stuitende werking ten gunste van Overige Aandeelhouders, die allemaal zijn genoemd in de bij die aanmaning meegezonden bijlage. Aanmaning b. is echter door de toenmalige advocaat van de Stichting niet verstuurd aan (de advocaten van) de Oude Bestuurders, maar alleen aan die van de andere Functionarissen (
Overige Functionarissen). De rechtbank kan Aandeelhouders niet volgen in hun stelling dat voor de Overige Functionarissen een doorzendplicht gold om Aanmaning b. ook aan de Oude Bestuurders toe te sturen. Nu niet gebleken is dat doorzending heeft plaatsgevonden, kan alleen al om die reden geen stuiting ten aanzien van de Oude Bestuurders worden aangenomen.
“Wij hebben nu pas twee jaar die stukken dus konden we ook niet eerder een procedure starten”is in dat verband te vaag.
het op grote schaal succesvol misleiden van aandeelhouders”zou worden beloond. In de bewoordingen van Aandeelhouders: “
Hoe langer het duurt voordat het “uitkomt”; hoe minder kans dat de rechter de misleiding nog toe kan rekenen. Een bestuurder, die het bedrijf opblaast, kan door de aandeelhouders worden aangesproken. Wie echter een tikkende tijdbom achterlaat niet. Het hebben van aandelen over de “verkeerde periode” klinkt heel technisch en zorgwekkend, maar het is vaste rechtspraak van de Hoge Raad dat aandeelhouders altijd schadevergoeding kunnen vorderen voor de vermindering van de waarde van hun aandelen indien zij dergelijke schade hebben geleden als gevolg van een schending van een specifieke jegens hen in acht te nemen zorgvuldigheidsnorm. Ook – of juist – aandeelhouders die later zijn ingestapt, hebben vertrouwd op misleidende koersgevoelige communicatie uit de hoek van [Functionarissen] zodat in strijd met een zorgvuldigheidsnorm is gehandeld.”
“De huidige financiële toezichtwetgeving regelt – op enkele uitzonderingen na – niet de civielrechtelijke gevolgen van het niet-naleven van de wetgeving. Binnen het Nederlands wettelijk systeem worden de civielrechtelijke gevolgen bepaald door het burgerlijk recht, het Burgerlijk Wetboek (BW) in het bijzonder. Zo moet de vraag of het niet-naleven van de Wft-reclameregels ook betekent dat er sprake is van misleiding in de (civielrechtelijke) relatie tussen de financiële onderneming en een individuele cliënt worden beoordeeld aan de hand van het kader van het BW en de daarop gebaseerde jurisprudentie. Het feit dat de Wft is overtreden kan daarbij uiteraard wel een relevante factor zijn, maar is daarvoor niet bepalend. [1] ”. Meer in het bijzonder heeft Advocaat-Generaal Timmermans geconcludeerd ten aanzien van artikel 5:58 (oud) Wft: “
Als gezegd, kan een toezichtrechtelijke regel als art. 5:58 Wft niet op zichzelf, maar slechts via art. 6:162 BW leiden tot civielrechtelijke aansprakelijkheid. Een schadevergoedingsvordering op deze grondslag is slechts toewijsbaar indien is voldaan aan de regels die gelden voor aansprakelijkheid uit hoofde van onrechtmatige daad. Eén van die regels is dat van onrechtmatigheid geen sprake is indien voor de gewraakte gedraging een rechtvaardigingsgrond bestaat. Ik zie geen goede reden om regels van financieel toezichtrecht van deze systematiek uit te zonderen. Het civiele recht is in zoverre autonoom.” [2]
Feitelijkheden) gaat de rechtbank, ondanks de verjaring, voor de volledigheid in op de positie van alle Functionarissen, dus ook op die van de Oude Bestuurders. Omdat in deze procedure vijf Functionarissen zijn gedagvaard, moeten Aandeelhouders ten aanzien van elk van hen concretiseren welk verwijt zij hen maken. Omdat tien Aandeelhouders schade vorderen, moeten zij ten aanzien van iedere Aandeelhouder het causaal verband stellen (en zonodig bewijzen) tussen de verweten gedraging van elk van de Functionarissen en de schade van die individuele Aandeelhouder. Dat zijn dus in feite vijftig procedures. Hieronder beoordeelt de rechtbank per feitelijkheid welk verwijt Aandeelhouders de individuele Functionaris maken en het door hen gestelde causaal verband.
Ich schreibe aus der Executive-Sitzung, in der ich gerade wegen der Situation Cash/Working Capital richtiggehend geschlachtet wurde. Kurz auf einen Nenner gebracht: Das letzte bisschen Vertrauen ist auch noch verspielt. Ich weiss nicht, was das zur Folge haben wird. Jedenfalls wird [gedaagde 2] sehr kurzfristig einen Massnahmenkatalog präsentieren”en die wordt afgesloten met
“Grüsse aus Gouda”. Daaruit kan de rechtbank echter niet meer afleiden dan dat [gedaagde 2] met [naam 2] over de cash-situatie van Imtech Duitsland heeft gesproken. Wat die situatie dan precies was, in hoeverre [gedaagde 2] daarvan op de hoogte was, wat [gedaagde 2] precies heeft gedaan, dan wel volgens Aandeelhouders had moeten doen, blijft echter geheel onduidelijk.
als bestuurderanders, dat wil zeggen: actiever, met deze wetenschap hadden moeten omgaan, is hun handelen of nalaten als bestuurder nog niet zonder meer voldoende om hen
persoonlijkeen ernstig verwijt te maken. Uit die producties blijkt bovendien juist het tegendeel van het ‘verbloemen’ dat Aandeelhouders de Oude Bestuurders verwijten: zij stellen kritische vragen aan [naam 2] en dringen aan op spoedige verbetering.
“Wie Sie wissen, musste die Region Südost in den vergangenen Jahren auf Anweisung eine Vielzahl an Belastungen von Imtech Holland tragen und auch bezahlen, denen bis heute keine adäquate Gegenleistungen genenüberstehen. Diese Anweisungen erfolgten unserem Kenntnisstand nach durch die Vorstände der Imtech N.V. Herrn [gedaagde 1] und Herr [gedaagde 2] ”. Het enkele feit dat mogelijk in opdracht van [gedaagde 1] en [gedaagde 2] onverschuldigde betalingen zijn gedaan, die later weer ongedaan zijn gemaakt, is echter onvoldoende om de Oude Bestuurders persoonlijk een ernstig verwijt te maken. Zoals eerder al is opgemerkt is daarvoor meer vereist dan mogelijk wanbeleid in de hoedanigheid van bestuurder.
“het ergste was dat cfo [gedaagde 2] mij in een rechtstreekse confrontatie, onder begeleiding van allerlei krachttermen, duidelijk maakte dat mijn carrière voorbij zou zijn als ik mijn beweringen niet introk’.Ook in een artikel van Follow the Money van 17 augustus 2015 (productie 108) wordt [gedaagde 2] genoemd:
“Imtech-cfo [gedaagde 2] probeerde [naam 1] en een collega onderuit te halen”. Voor zo’n zware aantijging zijn deze enkele citaten uit een column en een nieuwsbericht echter onvoldoende. De rechtbank gaat dan ook voorbij aan de opmerking op de zitting
“Het is juist redelijk te veronderstellen dat wie bijvoorbeeld keihard optreedt tegen externe kritiek van een analist van de bank interne kritiek al helemaal onmogelijk maakt.”
(de rechtbank begrijpt: het AWW-contract), door onvoldoende te onderzoeken of de opdrachtgever van Imtech aan haar betalingsverplichting zou kunnen voldoen (productie 103), maar ook door in het persbericht van 20 juli 2012 (productie 10) het financieringsplan te vermelden op een wijze die de suggestie kon wekken dat de financiering van het AWW-project rond was en daarmee dat het doorgaan van het contract definitief was, waarna de aandelen 7% stegen (de Oude Bestuurders en [gedaagde 7] ).
“ [gedaagde 2] , [gedaagde 1] en [gedaagde 7] laten bovendien na voldoende onderzoek te doen naar de vraag [of] opdrachtgever aan de betalingsverplichting zou kunnen voldoen, terwijl uit de jaarcijfers 2011-2012 van de AWW-groep (productie 103), en de letter of intent eenvoudig valt af te [woonplaats] dat opdrachtgever geen financiële middelen had bij de “grootste order ooit””en
“Uit de jaarcijfers in productie 103 blijkt dat er bij AWW helemaal geen miljoenen euro’s waren”.Voor de rechtbank is dat zonder nadere toelichting, die ontbreekt, niet vast te stellen.
inhoudelijkonjuist was. Ook het tweede persbericht gaat slechts over het handelen van de betrokken accountants, en ziet bovendien op het boekjaar 2012. Hieruit kan dus niet worden afgeleid dat de jaarrekening over 2013 onjuist was.
“een in de halfjaarcijfers 2012 onder geldmiddelen en kasequivalenten verantwoorde wissel (…) met betrekking tot het project Adventure World Warschau ter waarde van circa 200 miljoen euro volgens IFRS moet worden geherrubriceerd onder vlottende financiële activa”. De onjuistheid in de halfjaarcijfers 2012 was dus vanaf die datum bekend maar ook gecorrigeerd, en niet is gebleken dat Aandeelhouders als gevolg van die, aldus gecorrigeerde onjuistheid nadien schade hebben geleden.
“Imtech presteert vooral goed in Duitsland, Oost-Europa (in het bijzonder Polen)”. Hiervoor is echter al besproken dat Aandeelhouders niet hebben onderbouwd waaruit blijkt dat Functionarissen vóór 4 februari 2013 op de hoogte waren van de Poolse fraude. In dat verband is ook de mailwisseling uit productie 118 besproken. Op de zitting hebben Aandeelhouders nog verwezen naar de notulen van de vergadering van de raad van commissarissen van 24 oktober 2012. Hieruit blijkt wel dat er zorgen waren over de nakoming door de opdrachtgever van AWW, maar niet dat de fraude rondom het AWW al bekend was. Uit het voorgaande volgt dat niet kan worden vastgesteld dat het naar buiten brengen van dit persbericht onrechtmatig was. Dat betekent dat niet is gebleken dat deze feitelijkheid enig onrechtmatig handelen oplevert.
“Er werd de aandeelhouders zogenaamd een oplossing voorgehouden omdat er veel geld van AWW binnen zou komen. Uit de jaarrekeningen blijkt dat er dus helemaal niet zoveel geld was”. De rechtbank heeft hiervoor al overwogen dat dat uit die jaarrekeningen (productie 103) zonder nadere toelichting niet valt af te leiden .
“De Brauw heeft het RtS niet als onafhankelijke partij opgesteld maar als advocaat van Imtech. We hebben heel veel producties ingebracht die aantonen dat het rapport onjuist is”. Zonder nadere toelichting (die ontbreekt) is niet te begrijpen welke onderdelen van het Report to Shareholders onjuist zijn en uit welke producties dat zou blijken. Het is aan Aandeelhouders om dergelijke toelichting te geven, maar dat hebben zij nagelaten.
“Er wordt steeds gezegd dat de emissies ten goede zijn gekomen aan Imtech, maar dat is niet zo. Bij de eerste emissie is € 500 miljoen opgehaald. Daarvan is alles in de zakken van de bank gekomen. Bij de tweede emissie is er van de € 600 miljoen die bij de aandeelhouders is opgehaald, € 500 miljoen bij de banken terecht gekomen en 27 miljoen bij de adviseurs. Dat is dermate misleidend geweest naar de aandeelhouders dat dat het bestuur is aan te rekenen”. Ook daarmee is het ernstig verwijt niet onderbouwd, zodat van onrechtmatig handelen van Functionarissen niet is gebleken.
5.310,00(0,0 punt × tarief € 1.770,00)