In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 14 mei 2021 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 7 juni 2018 op de Dam in Amsterdam een afbeelding van de Israëlische vlag toonde, waarbij de davidster was vervangen door een kakkerlak. De verdachte, die regelmatig demonstreert tegen het beleid van Israël, werd beschuldigd van groepsbelediging van Joden en/of Israëliërs. De officier van justitie stelde dat de afbeelding beledigend was en dat de verdachte opzettelijk een groep mensen beledigde. De verdediging voerde aan dat de uiting niet gericht was op een specifieke groep, maar op de staat Israël en zijn beleid. De rechtbank oordeelde dat de uiting niet onmiskenbaar gericht was tegen een bevolkingsgroep, en dat de verdachte zijn kritiek op de staat Israël uitte in de context van een politieke demonstratie. De rechtbank concludeerde dat het feit niet bewezen kon worden en sprak de verdachte vrij. De benadeelde partij, die schadevergoeding had gevorderd, werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, aangezien de verdachte was vrijgesproken.