Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Circuit Court in Świdnica(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
K. van der Schaf. De opgeëiste persoon is via telehoren gehoord en bijgestaan door zijn raadsman, mr. J.W. Ebbink, advocaat te Haarlem en door een tolk in de Poolse taal.
2.Ten aanzien van de beslistermijn
3.Identiteit van de opgeëiste persoon
4. Grondslag en inhoud van het EAB
the District Law Court of Świdnicavan 21 oktober 2011 (II K 610/11);
the District Law Court of Walbrzychvan 14 maart 2014 (III K 954/13);
the District Law Court of Walbrzychvan 30 maart 2016 (II K 324/15).
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
Stb. 125, die op 1 april 2021 in werking is getreden. Daarbij is ook artikel 12 OLW gewijzigd, in die zin dat de in deze bepaling neergelegde weigeringsgrond nu een facultatief karakter heeft. Gelet op deze wijziging zal de rechtbank eerst het beoordelingskader van onder het gewijzigde artikel 12 OLW bespreken.
• II K 610/11 of the District Law Court of Świdnica, [opgeëiste persoon] was present in person at the trial on the 21st of October 2011 when the judgment was delivered. After the judgment was announced the Presiding Judge explained orally the most important reasons for the judgment and informed the said person about the way and the time limit for filing an appeal. (…);
• II K 324/15, as early as in the preparatory (pretrial) proceedings on the day of 16.03.2015 he made a statement in which he had confessed to the offences alleged against him and he expressed his willingness to submit a motion, pursuant to Art. 335 of the Polish Code of Criminal Procedure, on his voluntary submission to a penalty of imprisonment for the term of one year and 2 months. However, the public prosecutor objected to that motion.
6.Strafbaarheid
(Onafhankelijkheid van de uitvaardigende rechterlijke autoriteit)) geoordeeld dat het bestaan van structurele en/of fundamentele gebreken wat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht van Polen betreft die in alle gevallen negatieve gevolgen voor de rechterlijke instanties in Polen kunnen hebben, op zichzelf niet volstaat om de hoedanigheid van “uitvaardigende rechterlijke autoriteit” in de zin van artikel 6 lid 1, van Kaderbesluit 2002/584/JBZ aan elke Poolse rechter en rechterlijke instantie te ontzeggen.
the Circuit Court in Świdnicadie tot het oordeel zouden kunnen leiden dat de uitvaardigende autoriteit niet als zodanig kan worden beschouwd.
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsbepalingen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the Circuit Court in Świdnica(Polen).