Uitspraak
beslissing
RECHTBANK AMSTERDAM
strekkende tot wraking van
1.De procedure
- het schriftelijke wrakingsverzoek van 18 februari 2021;
- de schriftelijke reactie van de rechter van 16 maart 2021;
- de schriftelijke reactie van verzoeker op de reactie van de rechter van 17 maart 2021.
2.De feiten
3.Het wrakingsverzoek
dat zoeken de zusjes zelf maar uit”. Omdat de door verzoekster verstrekte informatie en het spoedeisend belang door de rechter niet serieus wordt genomen, lijkt de rechter partijdig te zijn.
In haar reactie van 17 maart 2021 heeft verzoekster voorts nog aangevoerd dat de rechter de vader tijdens een huisbezoek heeft gehoord, terwijl hij niet meer wilsbekwaam is. Vervolgens heeft de rechter verzoekster geconfronteerd met hetgeen hij toen heeft verklaard, hetgeen haar en haar kinderen heeft gekwetst. Daarnaast is de rechter voornemens [naam] als mentor benoemen op basis van de notariële volmacht, terwijl verzoekster de rechter erop heeft gewezen dat de volmacht door de vader is verstrekt op een moment dat al vastgesteld was dat hij al langere tijd niet meer wilsbekwaam was. Deze volmacht is dus onrechtmatig tot stand gekomen, maar ook hier is de rechter volledig aan voorbij gegaan.