Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Procesgang
2.Voorgeschiedenis
van the Supreme Court of the Republic of Croatiawaarin aan verzoeker een gevangenisstraf voor de duur van 15 jaar is opgelegd;
3.Verzoeken
€ 20.475,00voor de ondergane vrijheidsbeneming van verzoeker in Nederland in de overleveringsprocedure, nader gespecificeerd:
€ 12.557,73als vergoeding van vermogensschade;
€ 550,-voor de kosten die in verband met het opstellen, indienen en behandelen van de verzoeken zijn gemaakt.
4.Standpunt van het Openbaar Ministerie
5.Toetsingskader
6.Oordeel van de rechtbank
weigeringkan schade worden vergoed, maar ook – onder omstandigheden – bij rauwelijkse afwijzing van het overleveringsverzoek door de officier van justitie of bij niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie. In al deze zaken was sprake van een beslissing van een Nederlandse (rechterlijke) autoriteit die tot gevolg had dat de betrokkene niet werd overgeleverd. Bovendien ging het er in al deze zaken vooral om dat kon worden vastgesteld dat de ondergane overleveringsdetentie als onterecht ondergaan moest worden beschouwd, omdat het EAB nooit tot overlevering had kunnen leiden.
7.Beslissing
WIJST AFde verzoeken tot schadevergoeding en vergoeding van kosten van rechtsbijstand.