In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 23 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Auto1 European Cars B.V. (eiseres) en een particulier (gedaagde) over de verkoop van een tweedehands auto. De eiseres, Auto1, had de auto van de gedaagde gekocht voor € 22.731,00, waarbij de gedaagde verklaarde dat de auto ongevalvrij was en geen verborgen gebreken had. Na de verkoop bleek de auto echter ernstige gebreken te vertonen, wat leidde tot een schadeclaim van Auto1 tegen de gedaagde voor een bedrag van € 5.581,00, als gevolg van waardevermindering van de auto.
De gedaagde verweerde zich door te stellen dat hij niet op de hoogte was van de gebreken en dat Auto1 haar onderzoeksplicht niet had nageleefd. De kantonrechter oordeelde dat Auto1, als professionele partij, een grotere onderzoeksplicht had en dat de gebreken tijdens de inspectie aan het licht hadden moeten komen. De rechter concludeerde dat de gedaagde niet aansprakelijk kon worden gesteld voor de gebreken, omdat Auto1 haar onderzoeksplicht niet was nagekomen.
De vordering van Auto1 werd afgewezen, en de rechter veroordeelde Auto1 tot betaling van de proceskosten aan de gedaagde. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel de verkoper als de koper in het geval van verborgen gebreken bij de verkoop van een voertuig.