ECLI:NL:RBAMS:2021:1262

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 maart 2021
Publicatiedatum
23 maart 2021
Zaaknummer
8943616
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over verborgen gebreken bij de verkoop van een tweedehands auto via een professioneel platform

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 23 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Auto1 European Cars B.V. (eiseres) en een particulier (gedaagde) over de verkoop van een tweedehands auto. De eiseres, Auto1, had de auto van de gedaagde gekocht voor € 22.731,00, waarbij de gedaagde verklaarde dat de auto ongevalvrij was en geen verborgen gebreken had. Na de verkoop bleek de auto echter ernstige gebreken te vertonen, wat leidde tot een schadeclaim van Auto1 tegen de gedaagde voor een bedrag van € 5.581,00, als gevolg van waardevermindering van de auto.

De gedaagde verweerde zich door te stellen dat hij niet op de hoogte was van de gebreken en dat Auto1 haar onderzoeksplicht niet had nageleefd. De kantonrechter oordeelde dat Auto1, als professionele partij, een grotere onderzoeksplicht had en dat de gebreken tijdens de inspectie aan het licht hadden moeten komen. De rechter concludeerde dat de gedaagde niet aansprakelijk kon worden gesteld voor de gebreken, omdat Auto1 haar onderzoeksplicht niet was nagekomen.

De vordering van Auto1 werd afgewezen, en de rechter veroordeelde Auto1 tot betaling van de proceskosten aan de gedaagde. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel de verkoper als de koper in het geval van verborgen gebreken bij de verkoop van een voertuig.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 8943616 CV EXPL 20-23139
vonnis van: 23 maart 2021
fno.: 47653

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap Auto1 European Cars B.V.

gevestigd te Amsterdam
eiseres
nader te noemen: Auto1
gemachtigde: P.G.C. Wittebrood
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: mr. A. Harmanci.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

  • dagvaarding van 21 december 2020 met producties;
  • antwoord met producties;
  • instructievonnis;
  • producties van Auto1;
  • dagbepaling mondelinge behandeling.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 februari 2021. Voor Auto1 is verschenen mr. L. van Woudenberg. [gedaagde] is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. Daarna is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast:
1.1
Auto1 drijft een onderneming op het gebied van handel in en reparatie van personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s. Zij exploiteert tevens een ‘webbased platform’ voor (ver)koop van gebruikte auto’s.
1.2
Belangstellenden kunnen online een (voorlopige) waardebepaling voor hun auto opvragen, voordat zij een afspraak maken met Auto1.
1.3
[gedaagde] heeft zijn auto, een [merk/type] met kenteken [kenteken] (bouwjaar 2018) als particulier te koop aangeboden aan Auto1 nadat Auto1 de (voorlopige) waarde had bepaald op € 27.000,00.
1.4
Auto1 heeft een inspectie aan de auto uitgevoerd, een proefrit gemaakt en daarna aangegeven dat zij de auto voor € 22.731,00 wilde kopen. [gedaagde] is daarmee akkoord gegaan. Partijen hebben op 14 december 2019 een koopovereenkomst gesloten voor dit bedrag.
1.5
In de koopovereenkomst, die door [gedaagde] is ondertekend, verklaart hij dat hij op ieder moment wist dat het voertuig ongevalvrij is en geen verdere schade heeft. Tevens heeft [gedaagde] daarbij bevestigd de ontvangst van de algemene inkoopvoorwaarden van Auto1.
1.6
Uit de artikelen 2 en 7 van deze algemene inkoopvoorwaarden volgt dat de verkoper aansprakelijk is voor verborgen gebreken die bestonden voor het moment van levering, ook als Auto1 ‘het voertuig heeft geïnspecteerd/getaxeerd, hetgeen slechts een oppervlakkig onderzoek betreft’.
1.7
Auto1 heeft de auto na aankoop doorverkocht aan Autobedrijf [naam autobedrijf 1] . Die constateerde de volgende gebreken:
a. ongevalsvoertuig met hoge lakwaarden rondom;
b. heeft volgens de [merkdealer] in het water gelegen vanwege hevige modder vorming aan de onderkant van de auto;
c. motorkap storing en het stuur staat scheef;
d. brandstofleidingen kapot.
1.8
Op verzoek van Autobedrijf [naam autobedrijf 1] heeft een [merkdealer] verder onderzoek gedaan. Deze laatste constateerde nog een olielekkage tussen motor en versnellingsbak en een ontluchtingsprobleem bij het tanken (beschadigingen aan het tanksysteem).
1.9
Auto1 is door Autobedrijf [naam autobedrijf 1] aansprakelijk gesteld voor de schade (levering van een auto met gebreken) waarna Auto1 de auto van Autobedrijf [naam autobedrijf 1] heeft teruggekocht.
1.1
Op 13 maart 2020 heeft Auto1 [gedaagde] aansprakelijk gesteld voor door Auto1 geleden schade ad € 8.500,00 in verband met waardedaling van de auto.
1.11
Bij brief van 7 juli 2020 aan [gedaagde] heeft Auto1 de koopovereenkomst van 14 december 2019 ontbonden.
1.12
Op 29 augustus 2020 heeft Auto1 de auto via haar platform aan een (Belgische) koper verkocht voor een bedrag van € 17.150,00. Voor betaling van de koopprijsvermindering (€ 22.731,00 minus € 17.150,00 zijnde € 5.581,00) heeft Auto1 [gedaagde] vervolgens aangesproken en gesommeerd.

De vordering

2. Auto1 vordert een verklaring voor recht dat de koopovereenkomst rechtsgeldig buitengerechtelijk is ontbonden, alsmede veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 5.581,00 te vermeerderen met rente, buitengerechtelijke kosten en de proceskosten. Auto1 legt aan haar vordering primair ten grondslag dat [gedaagde] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, door een auto te leveren met ernstige schade c.q. gebreken, zonder deze verborgen gebreken te melden ten tijde van de koop. Er is dan ook sprake van non-conformiteit. Auto1 verwijst naar de in de koopovereenkomst opgenomen garanties en beroept zich op haar algemene voorwaarden. Subsidiair beroept Auto1 zich op wederzijdse dwaling; indien Auto1 op de hoogte was geweest van de aard en de ernst van de schade, dan had zij de auto niet gekocht dan wel had zij een aanzienlijk lagere prijs betaald.

Het verweer

3. [gedaagde] stelt dat geen sprake is (geweest) van een ‘schadeauto’ en dat hij niet bekend was met gebreken. Auto1 heeft niet aan haar onderzoeksplicht voldaan omdat blijkbaar na een inspectie van ongeveer 45 minuten en een proefrit de gestelde gebreken niet boven water gekomen zijn. [gedaagde] is eerst na 3 maanden ingebrekegesteld zodat zich de vraag voordoet wat er in tussentijd met de auto is gebeurd. Hij heeft wel zijn handtekening onder de koopovereenkomst gezet, maar het betrof een van tevoren aangekruist formulier en de vragen zijn niet punt voor punt met hem doorgenomen. De algemene voorwaarden zijn daarnaast onredelijk bezwarend. Auto1 kan zich niet op dwaling beroepen waar zij zelf haar onderzoeksplicht heeft verzaakt.

De beoordeling

Toerekenbare tekortkoming
4.1
De vraag die partijen vooral verdeeld houdt is of sprake is van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] op grond waarvan Auto1 de koopovereenkomst buitengerechtelijke kon ontbinden. Voor de beantwoording van die vraag moet worden vastgesteld of de door [gedaagde] verkochte auto niet die eigenschappen had, die Auto1 mocht verwachten.
4.2
Artikel 7:17 lid 1 en lid 2 BW bepalen dat een afgeleverde zaak dient te beantwoorden aan de overeenkomst en dat dit niet het geval is als de zaak, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. Of sprake is van non-conformiteit is afhankelijk van alle omstandigheden van het geval. Zo kunnen de verwachtingen van de koper door mededelingen van de verkoper worden beïnvloed. Op de koper rust echter ook een zekere onderzoeksplicht. Een gebrek levert geen non-conformiteit op als de koper op het moment van het sluiten van de koopovereenkomst hiermee bekend was dan wel redelijkerwijs bekend had kunnen zijn.
4.3
Op grond van de stellingen van partijen en de in het geding gebrachte stukken kan niet worden aangenomen dat [gedaagde] bekend was of had moeten zijn met gebreken. Dat hij de auto slechts kort in bezit heeft gehad (van 7 november 2019 tot 14 december 2019) en de auto gekocht heeft bij [naam autobedrijf 2] BV die blijkens de inschrijving bij de KvK en blijkens haar website haar bedrijf maakt van in- en verkoop van schadeauto’s, zegt in dat verband onvoldoende. Ook een foto afkomstig van de website van [naam autobedrijf 2] BV waarop de auto te zien is zonder tankdop zegt niets over de wetenschap van [gedaagde] over schade ten tijde van de koopovereenkomst met Auto1. Dat op [gedaagde] een mededelingsplicht rustte is dan ook niet komen vaststaan.
4.4
Aan de kant van Auto1 is daarentegen wel sprake van een onderzoeksplicht. Auto1 houdt zich als professional bezig met de handel in auto’s en zij heeft in de dagvaarding uiteengezet dat een voorafgaande inspectie essentieel is om alle eigenschappen, tekortkomingen en alle relevante factoren voor de verkoop(waarde) van het voertuig aan het licht te brengen. De inspectie in deze zaak is door een medewerker van Auto1 uitgevoerd. De auto is gedurende ongeveer 45 minuten onderzocht door Auto1 en er is door Auto1 een proefrit gemaakt. Nu de aankoop (en snelle doorverkoop) van auto’s haar corebusiness is, gaat de kantonrechter er vanuit dat Auto1 de noodzakelijke deskundigheid bezit om bij de inspectie van auto’s ten minste de zichtbare en merkbare gebreken aan het licht te brengen. De hiervoor onder 1.7. en 1.8. genoemde gebreken (met name de olielekkage, scheefstand stuur, actieve motorkapstoring – welk laatste mankement onbetwist op het dashboard display werd aangegeven) hadden dan ook bij de inspectie opgemerkt kunnen en moeten worden. Auto1 heeft van de inspectie geen rapport in geding gebracht, zodat niet duidelijk geworden is waarom de uiteindelijke koopprijs ruim 4000 Euro onder de (voorlopige) waardebepaling is uitgekomen en of een of meerdere gebreken misschien toch bij de inspectie geconstateerd zijn en aanleiding zijn geweest tot het doen zakken van de koopprijs.
4.5
Ander dan Auto1 betoogt, ontslaat de koopovereenkomst haar niet van haar (nadere) onderzoeksplicht. Door ondertekening van de koopovereenkomst heeft [gedaagde] weliswaar verklaard dat de auto schade- en ongevalvrij was, maar aan deze schriftelijke verklaring kan in de gegeven omstandigheden geen waarde worden gehecht. [gedaagde] heeft verklaard dat hij een handtekening heeft gezet op een formulier dat door een medewerker van Auto1 op de computer was ingevuld. De medewerker heeft elektronisch afgevinkt dat de auto schade- en ongevalvrij was. Het formulier is niet puntsgewijs met hem doorgenomen en [gedaagde] was er bij het zetten van zijn handtekening niet van op de hoogte dat deze punten waren afgevinkt. Hetgeen Auto1 daartegenover heeft gesteld is niet onderbouwd en hiervan is evenmin concreet bewijs aangeboden, zodat de kantonrechter er vanuit gaat dat de stelling van [gedaagde] juist is.
4.6
Nu Auto1 haar onderzoeksplicht niet is nagekomen, kan zij zich redelijkerwijs niet beroepen op de gestelde tekortkomingen. Het beroep op non-conformiteit van de auto gaat dan ook niet op.
4.7
Auto1 beroept zich ook op haar algemene voorwaarden. Hierin is in de artikelen 2 en 7 bepaald dat de verkoper aansprakelijk is voor verborgen gebreken die bestonden voor het moment van levering, ook als Auto1 het voertuig voor aflevering heeft geïnspecteerd of getaxeerd. De overeenkomst tussen Auto1 en [gedaagde] valt binnen de werkingssfeer van Richtlijn 93/13 EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Dit heeft tot gevolg dat de Nederlandse rechter verplicht is om ambtshalve te toetsen of een beding in de algemene voorwaarden oneerlijk is. Artikel 6:237 sub h BW bepaalt dat wordt vermoed onredelijk bezwarend te zijn een in de algemene voorwaarden voorkomend beding dat als sanctie op bepaalde gedragingen van de wederpartij, nalaten daaronder begrepen, verval stelt van haar toekomende rechten of van de bevoegdheid bepaalde verweren te voeren, behoudens voor zover deze gedragingen het verval van die rechten of verweren rechtvaardigen. Zowel in artikel 2 als in artikel 7 van de algemene inkoopvoorwaarden is sprake van verval van rechten of verweren als bedoeld in artikel 6:237 sub h BW. Deze bedingen gaan uit van de aansprakelijkheid van de verkoper voor verborgen gebreken en laten geen ruimte voor verweren, zoals in casu het verweer dat Auto1 als koper haar onderzoeksplicht niet is nagekomen. Auto1 heeft niet gesteld en evenmin is gebleken dat het doen of laten van [gedaagde] als consument het verval van zijn rechten rechtvaardigt en dat in zoverre geen sprake is van onredelijk bezwarende bedingen. Het beroep van [gedaagde] op vernietiging van deze bepalingen op grond van artikel 6:233 sub a BW slaagt dan ook. Deze bepalingen uit de algemene voorwaarden kunnen dus evenmin dienen als grondslag voor de vordering van Auto1 tot betaling van schadevergoeding.
4.8
Op grond van al het voorgaande komt de primaire vordering van Auto1 tot schadevergoeding wegens een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] niet voor toewijzing in aanmerking. De verklaring voor recht wordt daarom afgewezen.
Dwaling
4.9
Auto1 heeft subsidiair een beroep gedaan op wederzijdse dwaling. Voorop wordt gesteld dat de in artikel 6:228 lid 1 aanhef en onder c BW (waarin wederzijdse dwaling is geregeld) is bepaald dat een overeenkomst die tot stand is gekomen onder invloed van dwaling, vernietigbaar is. Auto1 heeft niet gesteld dat zij de vernietiging van de overeenkomst heeft ingeroepen noch is die gevorderd. Daarnaast is bepaald in lid 2 van artikel 6:228 BW dat vernietiging niet kan worden gegrond op een dwaling die in verband met de aard van de overeenkomst, de in het verkeer geldende opvattingen of de omstandigheden van het geval voor rekening van de dwalende behoort te komen. Als Auto1 aan haar onderzoeksplicht had voldaan, was zij bekend geweest met de eventuele gebreken aan de auto. De gestelde dwaling moet daarom voor rekening van Auto1 blijven en levert dus evenmin een grondslag op voor schadevergoeding.
4.1
De conclusie is dat de vordering van Auto1 zal worden afgewezen.
4.11
Auto1 is de in het ongelijk gestelde partij, zodat zij in de kosten van deze procedure wordt veroordeeld.

De Beslissing

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt Auto1 tot betaling van de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] , tot de uitspraak van dit vonnis begroot op € 480,00 aan salaris van de gemachtigde;
veroordeelt Auto1 in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 18,00 aan salaris gemachtigde, te verhogen met een bedrag van € 68,00 en de explootkosten van betekening van het vonnis, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, onder de voorwaarde dat Auto1 niet binnen veertien dagen na aanschrijving volledig aan dit vonnis heeft voldaan en betekening van het vonnis pas na veertien dagen na aanschrijving heeft plaatsgevonden.
Dit vonnis is gewezen door mr. R. Kruisdijk, kantonrechter, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 23 maart 2021.
de griffier de kantonrechter