ECLI:NL:RBAMS:2020:633

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 januari 2020
Publicatiedatum
4 februari 2020
Zaaknummer
677961 / FA RK 20-12
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 7 januari 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1966. De officier van justitie had op 6 januari 2020 een verzoek ingediend tot verlenging van de op 3 januari 2020 opgelegde crisismaatregel, die was gebaseerd op artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Tijdens de mondelinge behandeling op 7 januari 2020, die plaatsvond in het OLVG West, werd de betrokkene gehoord. Hij gaf aan zich beter te voelen en klaar te zijn om naar huis te gaan, maar erkende dat de stemmen in zijn hoofd nog niet volledig weg waren. Zijn raadsvrouw, mr. K.A. Kieft, stelde dat er geen gegronde redenen waren voor verplichte zorg in de vorm van toediening van voeding en medicatie, aangezien de betrokkene goed at, dronk en zijn medicatie innam.

De behandelend arts, dhr. P. Kapitein, pleitte echter voor toewijzing van verplichte zorg in de vorm van medicatie, als een soort stok achter de deur. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, dat voortkwam uit een psychische stoornis, vermoedelijk schizofrenie. De rechtbank concludeerde dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk was om het dreigende nadeel af te wenden, en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren. De rechtbank verleende daarom een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, geldig tot en met 28 januari 2020. Deze beschikking werd mondeling gegeven door rechter P.B. Martens en in het openbaar uitgesproken met bijstand van griffier S. Bien.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: 677961 20-12
kenmerk: OMZ399053
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 7 januari 2020naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1966 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. K.A. Kieft te Amsterdam.

1.Procesverloop

Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 6 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 3 januari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel d.d. 3 januari 2020
  • de medische verklaring d.d. 3 januari 2020
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 7 januari 2020, op de locatie OLVG West.
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene
- raadsvrouw van betrokkene, mr. K.A. Kieft te Amsterdam
- behandelend arts, dhr. P. Kapitein
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.

2.Beoordeling

Betrokkene heeft op de mondelinge behandeling meegedeeld dat hij zich inmiddels weer goed voelt en dat hij klaar is om naar huis te gaan. Hij wil graag leven zoals hij dat wil en niet volgens de stemmen in zijn hoofd. Alhoewel het nu beter met hem gaat, zijn de stemmen in zijn hoofd nog niet helemaal weg. Tot slot heeft hij meegedeeld dat hij zijn medicatie inneemt en goed eet en drinkt.
De raadsvrouw van betrokkene ziet geen gegronde redenen voor toewijzing van verplichte zorg in de vorm van het toedienen van vocht, voeding en medicatie. Betrokkene eet en drinkt goed en slikt zijn medicatie waardoor er derhalve geen gegronde redenen zijn om de vorenstaande vormen van verplicht zorg toe te wijzen. Voor de overige vormen van verplichte zorg ten aanzien van de crisismaatregel heeft de raadsvrouw zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De behandelend arts heeft op de mondelinge behandeling toewijzing van verplichte zorg in de vorm van medicatie bepleit. Het toewijzen van deze vorm van verplichte zorg dient als stok achter de deur. Het toedienen van vocht en voeding hoeft niet onder dwang te gebeuren.
De anios heeft de geneeskundige verklaring opgemaakt en de verklaring is ondertekend door psychiater A.M. van der Loo. De psychiater vermeldde in dit verband dat hij betrokkene samen met de anios heeft onderzocht. De rechtbank acht onder de gegeven omstandigheden de geneeskundige verklaring aanvaardbaar als grondslag voor de te nemen beslissing.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel. Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van schizofrenie. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg, te weten toedienen van medicatie, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening, beperken van bewegingsvrijheid, insluiten, uitoefenen van toezicht op betrokkene en opnemen in een accommodatie noodzakelijk is om het nadeel af te wenden. Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief
(artikel 3:3). Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleenteen machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1966 te [geboorteplaats] ;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 28 januari 2020.
Deze beschikking is op 7 januari 2020 mondeling gegeven door mr. P.B. Martens, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door S. Bien als griffier.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open
.