Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig mr. Coskun met een kantoorgenote en [medewerker Rabobank] van Rabobank met mr. De Groot.
Na verder debat is de zaak pro forma aangehouden teneinde [eiseres] , die tijdens de mondelinge behandeling niet aanwezig was, in de gelegenheid te stellen te reageren op het verweer van Rabobank. Zij heeft dit gedaan bij akte (met producties) van
11 december 2019. Rabobank heeft hierop gereageerd bij akte (met producties) van 17 december 2019. Nadien is vonnis bepaald op 8 januari 2020.
2.De feiten
- betaalrekening ( [bankrekeningnummer] ) op 17 april 2017;
- internetbankieren ( [internetbankierennummer] );
- overlijdensrisicoverzekering ( [overlijdensrisicoverzekeringnummer] ) op 22 juni 2017;
- hypotheek ( [hypotheeknummer] ) op 13 september 2017;
- persoonlijke lening ( [leningnummer] ) op 11 december 2017.
Op deze overeenkomsten zijn algemene voorwaarden van toepassing, waaronder de Algemene Bankvoorwaarden (ABV).
“Reden van opname is uw betrokkenheid bij een frauduleuze kredietaanvraag van EUR 30.000,00 bij Rabo Financieringsmaatschappij B.V., waarbij u vervalste stukken heeft overlegd. Rabo Financieringsmaatschappij B.V. is een onderdeel van de Rabobank Groep.”
“De bank neemt afscheid van u in verband met een frauduleuze kredietaanvraag. De bank heeft met deze informatie vastgesteld dat er sprake is van niet-integer gedrag. Wij wensen daarom onze relatie met u niet te continueren. Gelet op het bovenstaande en voor zover noodzakelijk met een beroep op artikel 35 van de Algemene Bankvoorwaarden, zeggen wij, 2 maanden na dagtekening van deze brief, de bovengenoemde gesloten overeenkomsten op. Dit houdt in dat de overeenkomsten op 08 december 2019 eindigen.Wij hebben uw gegevens opgenomen in ons Incidentenregister en in het Intern Verwijzingsregister. Hierover wordt u apart geïnformeerd.(…)”.In de brief is verder opgenomen dat het debetsaldo op de persoonlijke lening van € 20.594,20 en het debetsaldo van de hypothecaire geldlening van € 404.566,35 door de opzegging ineens opeisbaar zijn.
3.Het geschil
I. Rabobank te gebieden de bancaire relatie met [eiseres] voort te zetten;
II. Rabobank te bevelen het opeisen van de (hypothecaire) geldlening te doen staken;
III. Rabobank te bevelen de gegevens van [eiseres] te verwijderen uit het Incidentenregister en het IVR;
IV. Rabobank te bevelen [eiseres] toegang te verschaffen tot haar rekeningen;
V. een en ander op straffe van dwangsommen;
VI. met veroordeling van Rabobank in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente, en
VII. met veroordeling van Rabobank in de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Nadat de frauduleuze kredietaanvraag bij Rabobank aan het licht was gekomen, heeft Rabobank ontdekt dat de inkomensgegevens die [eiseres] in het kader van haar eerdere hypotheekaanvraag had verstrekt allerlei vragen opriepen. Uit die gegevens blijkt namelijk dat zij gedurende zes maanden bij twee werkgevers zou hebben gewerkt. Zij zou 346 uur per maand hebben gewerkt (ruim 85 uur per week), waarmee zij maandelijks in totaal € 7.300,- zou hebben verdiend. Ook ontving zij in die periode zorgtoeslag en een kindgebonden budget. [eiseres] is herhaaldelijk om uitleg hierover gevraagd, maar zij kwam niet met een duidelijke verklaring. Ook is [eiseres] er in die periode al voor gewaarschuwd dat Rabobank tot beëindiging van de bancaire relatie kon overgaan. Het is dus niet juist dat dit voor [eiseres] als een verrassing kwam. Van belang is verder dat Rabobank de opzegtermijn al een keer heeft verlengd met twee maanden (tot 8 februari 2020) en dat zij die termijn mogelijk uit coulance nog een keer verlengt.
Wat betreft de overige constateringen van Rabobank, die betrekking hebben op het inkomen van [eiseres] , voert zij aan dat zij zich hierover in het traject voorafgaand aan de beëindiging van de relatie afdoende heeft verantwoord. Dit blijkt ook het feit dat Rabobank deze kwestie in haar brief van 8 oktober 2019 (zie 2.3) niet aan de beëindiging ten grondslag heeft gelegd. Dat [eiseres] ondanks dit hoge inkomen zorgtoeslag heeft gekregen is een kwestie die speelt tussen haar en de Belastingdienst; hierover is zij aan Rabobank geen verantwoording verschuldigd. Indien de Belastingdienst de toeslagen terugvordert, zal [eiseres] hieraan voldoen.
4.De beoordeling
980,00