ECLI:NL:RBAMS:2020:6189

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 november 2020
Publicatiedatum
10 december 2020
Zaaknummer
13/997055-17
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opzetheling van voertuigen en voorhanden hebben van valse kentekenplaten en wapens

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 30 november 2020 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1997, die zich schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van twee Audi's en 57 Chromebooks, alsook aan het voorhanden hebben van valse kentekenplaten, een boksbeugel, busjes traangas en munitie. Het onderzoek, genaamd 26Prattville, startte in maart 2017 naar aanleiding van een eerder onderzoek naar voertuigcriminaliteit. Tijdens de zittingen op 20 en 21 oktober en 30 november 2020 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie, mr. J.G. Louman, en de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door mr. B.W.J. Krämer, gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 15 november 2017 betrokken was bij de heling van de Audi's en de Chromebooks, en dat hij op 24 april 2018 in het bezit was van een boksbeugel, traangas en munitie. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de primair ten laste gelegde diefstal van een Mini Cooper, maar heeft de overige feiten bewezen verklaard. De rechtbank heeft een taakstraf van 240 uur opgelegd, alsook een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de overlast voor de betrokkenen en het strafblad van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/997055-17 (Promis)
Datum uitspraak: 30 november 2020
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres verdachte]
.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 20 en 21 oktober en 30 november 2020.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. J.G. Louman en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. B.W.J. Krämer, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

2.1.
Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
1. heling van een Audi A1 met kenteken [nummer 1] , een Audi A1 met Duits kenteken [nummer 2] en 57 Chromebooks, op of omstreeks 15 november 2017 te Amsterdam;
2. het voorhanden hebben van valse kentekenplaten met kentekens [nummer 3] en/of [nummer 4] , op of omstreeks 15 november 2017 te Amsterdam;
3. primair, medeplegen van diefstal van een Mini Cooper met kenteken [nummer 5] , in de periode 14 maart tot en met 15 maart 2018 te Amsterdam, subsidiair heling van diezelfde Mini Cooper;
4. het voorhanden hebben van een boksbeugel op 24 april 2018 te Amsterdam;
5. het voorhanden hebben van busjes traangas en/of hagelpatronen en/of een kogelpatroon op 24 april 2018 te Amsterdam.
2.2.
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

Inleiding
Het opsporingsonderzoek 26Prattville is in maart 2017 gestart naar aanleiding van het onderzoek 26Lambrusco. In het kader van het onderzoek 26Prattville naar voertuigcriminaliteit hebben verschillende opsporingsacties plaatsgevonden. Zo is er onder andere in het bedrijf van [medeverdachte 1] ‘ [naam bedrijf 2] ’ een camera geplaatst en apparatuur waarmee gesprekken zijn opgenomen (zogenaamde OVC-gesprekken). Er zijn meerdere verdachten aangehouden en gehoord, waaronder verdachte.
De zaken van de overige gedurende het onderzoek aangehouden verdachten, te weten:
  • [medeverdachte 1] (
  • [medeverdachte 2] (
  • [medeverdachte 3] (
  • [medeverdachte 4]
  • [medeverdachte 5] (
zijn door de rechtbank gelijktijdig, maar niet gevoegd behandeld.
3.1.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft overeenkomstig het door hem op schrift gestelde requisitoir gerekwireerd tot bewezenverklaring van de aan verdachte ten laste gelegde feiten aan de hand van de door hem opgesomde relevante bewijsmiddelen, met uitzondering van de onder feit 3 primair ten laste gelegde diefstal.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft overeenkomstig zijn pleitaantekeningen vrijspraak bepleit voor het onder feit 1 ten laste gelegde voor zover dat ziet op de twee Audi’s, het onder feit 2 ten laste gelegde en het onder feit 3 primair ten laste gelegde. Ten aanzien van de Chromebooks in feit 1 en het onder feit 3 subsidiair ten laste gelegde is geen verweer gevoerd. Wat betreft de feiten 4 en 5 heeft de raadsman gewezen op de verklaring van verdachte dat hij er geen weet van had dat het strafbaar is om de in de tenlastelegging genoemde voorwerpen in bezit te hebben.
De raadsman stelt zich ten aanzien van feit 1 primair op het standpunt dat op basis van de processen-verbaal van observatie niet kan worden vastgesteld dat verdachte op 15 november 2017 aanwezig is geweest in de garagebox. In het dossier zitten geen omschrijvingen dan wel beschrijvingen op grond waarvan verdachte herkend wordt. Subsidiair voert de raadsman aan dat voor de Audi voorzien van de valse kentekenplaten met kenteken [nummer 4] , geldt dat die auto niet in de beschikkingsmacht van verdachte is geweest. Hij heeft er niet in gereden en is ook niet op een andere manier betrokken bij deze auto. Ten aanzien van de Audi met kenteken [nummer 1] die is aangetroffen in de garagebox, heeft verdachte verklaard dat de auto van een kennis is. Verdachte beschikte niet over de sleutels van de auto. Er zijn geen handelingen vastgesteld waaruit blijkt dat verdachte over de auto beschikte dan wel kon beschikken. Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman aangevoerd dat de aangetroffen mal niet kan worden aangemerkt als een valsheid in geschrift. De mal heeft geen gebruiksoogmerk, waardoor het opzet op het gebruik niet bestaat. Nog daargelaten dat verdachte niet degene is geweest die de mal heeft gemaakt/gefabriceerd. Tot slot kan niet worden vastgesteld dat verdachte de nummerborden heeft gemaakt en daarna op de Audi’s heeft gezet.
3.3.
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraak van het onder feit 3 primair ten laste gelegde (ZD12)
De rechtbank is met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat de onder feit 3 primair ten laste gelegde diefstal van de Mini Cooper niet bewezen kan worden. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Ten aanzien van het onder de feiten 1 en 2 ten laste gelegde (ZD5)
De rechtbank acht op grond van de in het dossier aanwezige bewijsmiddelen bewezen dat verdachte het onder de feiten 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan en overweegt daartoe als volgt.
Op de camerabeelden is te zien dat verdachte op 15 november 2017 bij de [naam bedrijf 2] van [medeverdachte 1] komt en daar mallen laat drukken met de kentekens [nummer 3] en [nummer 4] . Verdachte verklaart ter terechtzitting dat hij degene op de beelden is. Kort daarna worden twee gestolen Audi’s in beslag genomen, waarvan de ene auto in de garagebox aan de [adres] wordt aangetroffen en de andere auto buiten in een parkeervak, in de buurt van die garagebox. Deze garagebox werd gehuurd door de vader van verdachte. Hij heeft verklaard dat zijn zoon de gebruiker van de garagebox was. Op beide auto’s zitten kentekenplaten waarvan de kentekens overeenkomen met de enkele uren daarvoor in de fabriek van [medeverdachte 1] opgemaakte mallen. Verdachte heeft niet betwist dat hij de mallen heeft laten drukken. Deze mallen worden vervolgens in de garagebox aangetroffen. Verdachte heeft geen verklaring voor deze bevindingen. De rechtbank schrijft op grond van het vorenstaande de garagebox aan verdachte toe. Dat verdachte de garagebox zou hebben verhuurd aan ene mevrouw [naam 1] , zoals verdachte heeft verklaard, acht de rechtbank niet aannemelijk nu uit onderzoek is gebleken dat deze vrouw niet bestaat. De (valse) huurovereenkomst van die strekking die bij de doorzoeking van de woning van verdachte is aangetroffen, kan naar het oordeel van de rechtbank alleen maar bedoeld zijn om te verhullen dat verdachte zelf de gebruiker van de garagebox is. Dat laatste komt ook overeen met wat zijn vader hierover heeft verklaard. Het verweer dat verdachte niet over de autosleutels van de Audi in de garagebox zou beschikken en de auto daarmee niet in zijn beschikkingsmacht zou zijn, is dan ook niet relevant. De auto stond in zijn garagebox, die hij zelf gebruikte en hij had een sleutel van die garagebox. Verdachte was daarmee heer en meester van de garagebox en van de zich daarin bevindende goederen. Voor de in het parkeervak aangetroffen Audi geldt dat de rechtbank deze ook aan verdachte linkt, nu de mal waarmee de kentekenplaat van die Audi is gemaakt in de garagebox van verdachte is aangetroffen.
De rechtbank acht tegen deze achtergrond bewezen dat verdachte zich op 15 november 2017 schuldig heeft gemaakt aan opzetheling van de twee in de tenlastelegging onder feit 1 genoemde Audi’s en de – eveneens – in de garagebox aangetroffen Chromebooks.
Vaststaat dat de mallen ook daadwerkelijk zijn gebruikt om kentekenplaten te drukken, nu zowel de mallen als de daarmee overeenkomende kentekenplaten zijn aangetroffen. Daarmee is het gebruiksoogmerk een gegeven. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte valse kentekenplaten voorhanden heeft gehad en zich hiermee schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 2 ten laste gelegde.
Ten aanzien van het onder feit 3 subsidiair ten laste gelegde (ZD12)
De rechtbank acht op grond van de in het dossier aanwezige bewijsmiddelen bewezen dat verdachte het onder feit 3 subsidiair ten laste gelegde heeft begaan. De rechtbank neemt daarnaast in aanmerking dat verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat hij gebruikt maakt van een Mini Cooper en dat de kentekenplaten op de in beslag genomen Mini Cooper aan hem toebehoorden.
Ten aanzien van het onder de feiten 4 en 5 ten laste gelegde (ZD13)
De rechtbank acht op grond van de in het dossier aanwezige bewijsmiddelen bewezen dat verdachte een boksbeugel, traangas en munitie voorhanden heeft gehad en zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan het onder de feiten 4 en 5 ten laste gelegde. De omstandigheid dat verdachte de betreffende voorwerpen, die volgens zijn eigen verklaring in zijn slaapkamer zijn aangetroffen, als souvenir in zijn bezit had en hij zich naar eigen zeggen niet bewust was van het strafbare karakter van het voorhanden hebben daarvan, doet niet af aan de strafbaarheid.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in bijlage 2 vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1. op 15 november 2017 te Amsterdam twee personenauto's (een Audi A1 met kenteken [nummer 9] en een Audi A1 met Duits kenteken [nummer 2] ) en 57 laptops (Chromebooks) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die auto’s en laptops wist dat het door diefstal, in elk geval door misdrijf verkregen goederen betrof;
2. op 15 november 2017 te Amsterdam opzettelijk valselijk opgemaakte geschriften die bestemd waren om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten kentekenplaten (met kenteken [nummer 3] en kenteken [nummer 4] ) voorhanden heeft gehad, terwijl hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die geschriften bestemd waren om gebruik van te maken als ware het echt en onvervalst en bestaande die valsheid hierin dat die kentekenplaten valselijk wederrechtelijk waren vervaardigd en die kentekenplaten valselijk waren voorzien van lamineercode [nummer 6] en [nummer 7] en niet waren voorzien van een keurmerkcode;
3.
subsidiair
op 24 april 2018 te Amsterdam een personenauto (een Mini Cooper met kenteken [nummer 5] en voertuigidentificatienummer [nummer 8] ) voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die auto wist dat het een door diefstal, in elk geval een door misdrijf verkregen goed betrof;
4. op 24 april 2018 te Amsterdam een wapen van categorie I, te weten een boksbeugel, voorhanden heeft gehad;
5. op 24 april 2018 te Amsterdam wapens van categorie II, te weten drie busjes met CS-gas, en munitie van categorie III, te weten twee hagelpatronen (kaliber 16) en een kogelpatroon (kaliber .380 auto), voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straffen

7.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden, met een proeftijd van 2 jaren en een taakstraf van 120 uren, met bevel, voor het geval dat verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 dagen.
7.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om bij de strafbepaling rekening te houden met de schending van de redelijke termijn, artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht en het summiere strafblad van verdachte.
7.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken. De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich gemaakt aan opzetheling van drie (dure) auto’s en een grote hoeveelheid Chromebooks. Dit brengt veel overlast voor de betrokkenen met zich en daarnaast wordt door heling het plegen van andere vermogensdelicten zoals diefstal bevorderd. Daarnaast heeft verdachte valse kentekenplaten voorhanden gehad. Verdachte heeft met zijn handelen de maatschappij overlast bezorgd door bij te dragen aan voertuigcriminaliteit. Tot slot heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van een boksbeugel, busjes traangas en munitie. Het ongecontroleerde bezit hiervan brengt in het algemeen een onaanvaardbaar risico voor de veiligheid van personen met zich en kan gevoelens van onveiligheid in de maatschappij veroorzaken.
Uit het strafblad van verdachte van 19 augustus 2020 blijkt dat verdachte eerder met justitie in aanraking is geweest.
De rechtbank houdt bij het bepalen van de strafmaat rekening met de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Nu het LOVS voor heling geen specifieke oriëntatiepunten heeft, zal de rechtbank aansluiting zoeken bij de oriëntatiepunten van de basisdelicten, te weten diefstal van een auto en een bedrijfsinbraak. Hiervoor is het uitgangspunt per diefstal/inbraak een taakstraf van 120 uur.
Gelet op de hiervoor genoemde oriëntatiepunten is oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf in beginsel op zijn plaats. De rechtbank ziet echter aanleiding om voor een andere strafmodaliteit te kiezen. De rechtbank houdt hierbij rekening met de schending van de redelijke termijn met ongeveer 7 maanden en de omstandigheid dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is.
Alles afwegende acht de rechtbank oplegging van een taakstraf van 240 uur met aftrek van voorarrest passend en geboden. Om ervoor te zorgen dat verdachte niet zal vervallen in strafbaar gedrag zal de rechtbank bovendien een voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen voor de duur van drie maanden met een proeftijd van twee jaar. Deze straf wijkt af van hetgeen door de officier van justitie is geëist omdat de eis niet aansluit bij de door de rechtbank gehanteerde oriëntatiepunten.

8.Beslag

Onder verdachte zijn blijkens de beslaglijst van 16 september 2020 de volgende voorwerpen in beslag genomen:
2 Kentekenplaat, VALSE 'MAL'
VI120.001 valse kentekenplaat mal [nummer 3]
3 1.00 STK Kentekenplaat, HOUDER CARHUNTR
VI120.006 kentekenplaathouder carhunters nl
4 1.00 STK Box Kl:doorzicht, OPBERGBOX op wielen
VI120.007 opbergbox op wielen met laptops
6 1.00 STK Munitie, HAGELPATRONEN
NOOR130.02.01.007 HAGELPATRONEN
7 1.00 STK Munitie, KOGELPATROON
NOOR130.02.01.008 KOGELPATROON
8 1.00 STK Wapen Kl:ZILVERKL., BOKSBEUGEL
NOOR130.02.04.002 ZILVERKLEURIGE BOKSBEUGEL
9 3.00 STK Traangas, BUSJES
NOOR130.03.01.002 BUSJES TRAANGAS
10 1.00 STK Niet te definiëren goederen, AIRBAG
NOOR130.02.01.004 AIRBAG
11 1.00 STK Niet te definiëren goederen, STUURWIEL
NOOR130.02.01.005 STUURWIEL
12 1.00 STK Niet te definiëren goederen, ONTGREND.MECHAN
NOOR130.02.03.005 ONTGRENDELING MECHANISME
13 1.00 ZAK Sleutel, SLEUTELS
NOOR130.02.04.003 ZAKJE SLEUTELS
14 2.00 STK Sleutel, SLEUTELS IN ZAK
NOOR130.02.04.004 ZAK MET 2 SLEUTELS
15 1.00 STK Niet te definiëren goederen, KEY READER
NOOR130.02.04.005 KEY READER
16 1.00 STK Niet te definiëren goederen, STUK METAAL
NOOR130.02.04.006 STUK METAAL MET CHASSINR
17 1.00 STK Sleutel, ZWART DOOSJE
NOOR130.03.01.001 ZWART DOOSJE MET SLEUTELS
18 1.00 STK Kentekenplaat, VOORZIJDE AUDI
VI120.001.001 KENTEKENPLAAT VOORZIJDE AUDI
19 1.00 STK Kentekenplaat, ACHTERZIJDE AUD
VI120.001.002 KENTEKENPLAAT ACHTERZIJDE AUDI
20 1.00 STK Kentekenplaat, MAL [nummer 4] VALS
VI120.002 KENTEKENPLAAT MAL VALS [nummer 4]
21 1.00 STK Kentekenplaat, SPOREN
VI120.002.001 KENTEKENPLAAT SPOREN
22 1.00 STK Kentekenplaat, DACTY
VI120.002.002 KENTEKENPL.DACTY [nummer 4]
23 1.00 STK Kentekenplaat, DUITSE BESCHAD.
VI120.003 BESCHADIGDE DUITSE KENTEKENPLAAT
24 1.00 STK Kentekenplaat, DUITSE BESCHAD.
VI120.004 BESCHADIGDE DUITSE KENTEKENPLAAT
25 2.00 STK Kentekenplaat, PAKKET MET
VI120.005 PAK MET 2 KENTEKENPLATEN
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de voorwerpen met de nummers 2, 6 tot en met 9 en 18 tot en met 20 dienen te worden onttrokken aan het verkeer. De onder de nummers 3, 4, 10 tot en met 17 en 21 tot en met 25 in beslag genomen voorwerpen dienen te worden verbeurdverklaard. De raadsman heeft ten aanzien van de in beslag genomen voorwerpen geen standpunt ingenomen.
De rechtbank oordeelt als volgt.
Verbeurdverklaring
De onder de nummers 21 en 22 in beslag genomen (dacty)sporen dienen te worden verbeurdverklaard en zijn daarvoor vatbaar. De rechtbank neemt in aanmerking dat niet kan worden vastgesteld aan wie de betreffende (dacty)sporen toebehoren.
Onttrekking aan het verkeer
De onder de nummers 2, 6 tot en met 9, 15, 18 tot en met 20 en 23 tot en met 25 in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerpen dienen te worden onttrokken aan het verkeer, nu met betrekking tot deze voorwerpen het bewezen geachte is begaan en zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang.
Bewaring ten behoeve van de rechthebbende
De onder de nummers 10 tot en met 14, 16 en 17 in beslag genomen voorwerpen, die zijn aangetroffen in de woning van verdachte op het adres [adres verdachte] en niet aan hem toebehoren, dienen te worden bewaard ten behoeve van de rechthebbende.
Retour rechthebbende
Het in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp onder nummer 3, dat aan verdachte toebehoort, dient aan hem te worden geretourneerd.
Het in beslag genomen en niet teruggegeven voorwerp onder nummer 4 dient te worden geretourneerd aan de rechthebbende, te weten [naam 2] , welke namens [bedrijf] aangifte van diefstal van de Chromebooks heeft gedaan.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22a, 22d, 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 57, 63, 225 en 416 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13, 26, 54 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 3 primair ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4. is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde:
-
opzetheling, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde:
-
opzettelijk een geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, voorhanden hebben, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat dit geschrift bestemd is voor gebruik als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van het onder 3 subsidiair ten laste gelegde:
-
opzetheling;
Ten aanzien van het onder 4 ten laste gelegde:
-
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
Ten aanzien van het onder 5 ten laste gelegde:
-
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
3 (drie) maanden.
Beveelt dat deze straf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Veroordeelt verdachte tot een
taakstraf van 240 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 dagen, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van twee uren per dag.
Verklaart verbeurd:
21 1.00 STK Kentekenplaat, SPOREN
VI120.002.001 KENTEKENPLAAT SPOREN
22 1.00 STK Kentekenplaat, DACTY
VI120.002.002 KENTEKENPL.DACTY [nummer 4]
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
2 Kentekenplaat, VALSE 'MAL'
VI120.001 valse kentekenplaat mal [nummer 3]
6 1.00 STK Munitie, HAGELPATRONEN
NOOR130.02.01.007 HAGELPATRONEN
7 1.00 STK Munitie, KOGELPATROON
NOOR130.02.01.008 KOGELPATROON
8 1.00 STK Wapen Kl:ZILVERKL., BOKSBEUGEL
NOOR130.02.04.002 ZILVERKLEURIGE BOKSBEUGEL
9 3.00 STK Traangas, BUSJES
NOOR130.03.01.002 BUSJES TRAANGAS
15 1.00 STK Niet te definiëren goederen, KEY READER
NOOR130.02.04.005 KEY READER
18 1.00 STK Kentekenplaat, VOORZIJDE AUDI
VI120.001.001 KENTEKENPLAAT VOORZIJDE AUDI
19 1.00 STK Kentekenplaat, ACHTERZIJDE AUD
VI120.001.002 KENTEKENPLAAT ACHTERZIJDE AUDI
20 1.00 STK Kentekenplaat, MAL [nummer 4] VALS
VI120.002 KENTEKENPLAAT MAL VALS [nummer 4]
23 1.00 STK Kentekenplaat, DUITSE BESCHAD.
VI120.003 BESCHADIGDE DUITSE KENTEKENPLAAT
24 1.00 STK Kentekenplaat, DUITSE BESCHAD.
VI120.004 BESCHADIGDE DUITSE KENTEKENPLAAT
25 2.00 STK Kentekenplaat, PAKKET MET
VI120.005 PAK MET 2 KENTEKENPLATEN
Gelast de teruggave aan verdachte van:
3 1.00 STK Kentekenplaat, HOUDER CARHUNTR
VI120.006 kentekenplaathouder carhunters nl
Gelast de teruggave aan aangever [naam 2] (namens [bedrijf] ) van:
4 1.00 STK Box Kl:doorzicht, OPBERGBOX op wielen
VI120.007 opbergbox op wielen met laptops
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
10 1.00 STK Niet te definiëren goederen, AIRBAG
NOOR130.02.01.004 AIRBAG
11 1.00 STK Niet te definiëren goederen, STUURWIEL
NOOR130.02.01.005 STUURWIEL
12 1.00 STK Niet te definiëren goederen, ONTGREND.MECHAN
NOOR130.02.03.005 ONTGRENDELING MECHANISME
13 1.00 ZAK Sleutel, SLEUTELS
NOOR130.02.04.003 ZAKJE SLEUTELS
14 2.00 STK Sleutel, SLEUTELS IN ZAK
NOOR130.02.04.004 ZAK MET 2 SLEUTELS
16 1.00 STK Niet te definiëren goederen, STUK METAAL
NOOR130.02.04.006 STUK METAAL MET CHASSINR
17 1.00 STK Sleutel, ZWART DOOSJE
NOOR130.03.01.001 ZWART DOOSJE MET SLEUTELS
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.A. Spoel, voorzitter,
mrs. J. Thomas en I. Mannen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K.M.H. Stikkers, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 30 november 2020.