15. Vervolgens moet worden beoordeeld of de reden die DTZ Zadelhoff aan het ontslag op staande voet ten grondslag heeft gelegd als een dringende reden kwalificeert en het ontslag van [verzoeker] met onmiddellijke ingang rechtvaardigt. Daarvoor dienen, zoals hiervoor reeds overwogen, alle omstandigheden van het geval te worden meegewogen.
15. De dringende reden die aan het ontslag ten grondslag is gelegd is het ongeoorloofd zonder mededeling afwezig zijn en het vervolgens valse redenen (laten) aandragen voor zijn afwezigheid. Overwogen wordt als volgt.
15. Op 23 april 2020 is [verzoeker] door de politie aangehouden. [verzoeker] heeft vervolgens zelf (al dan niet via zijn advocaat) geen contact opgenomen met DTZ Zadelhoff, maar hij heeft dit overgelaten aan zijn vriendin [naam vriendin verzoeker] . Niet in geschil is dat zij (namens [verzoeker] ) aan DTZ Zadelhoff een valse reden heeft opgegeven voor zijn afwezigheid. Te weten opname in het ziekenhuis met iets wat op het Corona-virus lijkt, in plaats van melding te maken van de voorlopige hechtenis. De ongeoorloofde afwezigheid als onderdeel van de dringende reden staat hiermee vast.
15. Vast staat ook dat [naam vriendin verzoeker] met DTZ Zadelhoff op 23 april en op 13 mei 2020 via Whats App contact heeft gehad over de voorgewende ziekenhuisopname van [verzoeker] en dat zij tussentijds, op 3 mei 2020, met [verzoeker] telefonisch contact heeft gehad.
15. De twee verklaringen van [naam vriendin verzoeker] over voornoemd contact met [verzoeker] en een eventueel (voor)overleg over de afmelding van [verzoeker] bij DTZ Zadelhoff zijn niet eensluidend, en bovendien in tegenspraak met hetgeen hierover in het verzoekschrift is gesteld (alinea 5.2). Daarin staat dat [verzoeker] zijn vriendin had gevraagd om hem af te melden wegens privé problematiek. Volgens de - daarna ingediende - ongedateerde verklaring heeft [naam vriendin verzoeker] zonder vooroverleg [verzoeker] ziek gemeld, en heeft zij op 3 mei 2020 tegen [verzoeker] gezegd dat zijn afmelding was geregeld en dat hij zich geen zorgen hoefde te maken. In de tweede verklaring heeft [naam vriendin verzoeker] herhaald dat er geen vooroverleg is geweest en dat zij [verzoeker] een aantal weken later heeft geïnformeerd dat hij zich geen zorgen hoefde te maken over zijn werk omdat dat geregeld was. Voorgaande aanpassingen van de gang van zaken doen afbreuk aan de geloofwaardigheid van de gestelde onwetendheid van [verzoeker] met de aangedragen valse reden.
15. Vast staat dat [verzoeker] zelf geen enkele poging heeft gedaan om contact op te nemen met zijn werkgever om hem in te lichten over de reden van afwezigheid. Desgevraagd heeft [verzoeker] ter zitting verklaard dat hij bij zijn vriendin niet heeft doorgevraagd naar wat zij met DTZ Zadelhoff heeft gecommuniceerd. Evenmin heeft hij overwogen om zelf aan Zadelhoff een brief te schrijven om uitleg te geven over de reden van zijn afwezigheid.
15. Gelet op het feit dat de [naam vriendin verzoeker] in haar beide verklaringen heeft benadrukt dat zij in het contact tegen [verzoeker] heeft gezegd dat hij zich over zijn werk geen zorgen hoefde te maken, bevreemdt de verklaring van [verzoeker] . Immers, de reden waarom [verzoeker] niet naar zijn werk kon betrof een uitzonderlijke situatie, die gelet op de aard van zijn werkzaamheden (register taxateur in vastgoed) om een uitleg aan zijn werkgever vroeg. [verzoeker] heeft het niet nodig gevonden die uitleg te geven. Het feit dat hij dat niet heeft gedaan doet vermoeden dat tussen [verzoeker] en [naam vriendin verzoeker] wél contact is geweest over de afmelding bij DTZ Zadelhoff.
15. Echter, ook in het geval ervan moet worden uitgegaan dat [verzoeker] [naam vriendin verzoeker] niet heeft geïnstrueerd over zijn afmelding c.q. ziekmelding, dan geldt dat [verzoeker] een lange periode niet op het werk is geweest zonder daarvoor een (juiste) reden op te geven. Ook heeft hij geen enkele moeite gedaan om in contact te komen met zijn werkgever. Hij kan zich daarbij niet verschuilen achter [naam vriendin verzoeker] . Immers, ofwel [verzoeker] heeft contact met haar gehad over het afmelden bij DTZ Zadelhoff en in dat geval kan haar handelen naar het oordeel van de kantonrechter aan hem worden toegerekend – ook als niet expliciet is besproken welke reden [naam vriendin verzoeker] voor zijn afwezigheid zou geven – ofwel hij heeft daarover géén contact met haar gehad en in dat geval heeft hij zich in het geheel geen moeite betracht om contact op te nemen met zijn werkgever om de situatie en zijn afwezigheid uit te leggen. Door aldus te handelen heeft [verzoeker] gehandeld in strijd met wat van hem gelet op zijn functie van Register-Taxateur verwacht mocht worden, te meer gezien het feit dat hij aan strenge (beroeps)regels is onderworpen. Meer in het bijzonder artikel 10 van het Reglement Gedrags- Beroepsregels NRVT (2019) dat bepaalt dat de Register-Taxateur in alle professionele en zakelijke relaties eerlijk en oprecht optreedt.
15. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de door DTZ Zadelhoff aan het ontslag ten grond gelegde reden in voldoende mate is komen vast te staan en kwalificeert als een dringende reden om de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen. Wat betreft de overige (persoonlijke) omstandigheden van het geval, heeft [verzoeker] niets aangevoerd dat leidt tot een ander oordeel.