ECLI:NL:RBAMS:2020:5916
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening noodkap van monumentale iep in Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 30 november 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening met betrekking tot een noodkapbesluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Verweerder had op 27 november 2020 besloten om een monumentale iep te kappen, gelegen aan de [adres], vanwege ernstige aantasting door de Tonderzwam en het verhoogde risico op stambreuk. Verzoeker, die bezwaar had gemaakt tegen dit besluit, vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening om de kap te voorkomen.
Tijdens de zitting, die via een Skype-verbinding plaatsvond, werd de situatie rondom de boom besproken. Verweerder stelde dat de kap noodzakelijk was om de veiligheid te waarborgen, gezien de slechte staat van de boom en de noodreparaties aan de kade die uitgevoerd moesten worden. Verzoeker betwistte de noodzaak van de kap en vroeg om een zorgvuldiger besluitvorming. De voorzieningenrechter overwoog dat, hoewel de boom zich net buiten het gebied bevond waar de noodmaatregelen noodzakelijk waren, het risico van stambreuk door de werkzaamheden aan de kade reëel was.
Na afweging van de belangen van verzoeker en verweerder, concludeerde de voorzieningenrechter dat er geen aanleiding was om de noodkap te verbieden. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd gedaan door mr. E.J. Otten, in aanwezigheid van griffier R.E. Toonen, en is op 1 december 2020 per e-mail aan de partijen verzonden.