Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
beschikking van de kantonrechter
[verzoekster]
de stichting Ons Tweede Thuis
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Feiten
“De werkgever vergoedt de tijdens de opleidingsduur te betalen les- en collegegelden en studiematerialen voor 100%. Medewerker verklaart door ondertekening van deze leer- arbeidsovereenkomst akkoord te gaan met bijgaande Terugbetalingsregeling studiefaciliteiten OTT.”
“
De aanspreekbaarheid waarover het in deze gedragscode gaat, heeft ook betrekking op je wijze van kleden en je lichaamsverzorging. We doen niet aan kledingvoorschriften, maar verwachten van elke medewerker dat hij of zij zich op een bij het werk, werkplek en functie op passende wijze kleedt. Echter kleding die andere lichaamsdelen dan armen en benen ontbloot (b.v. buik) is niet wenselijk. Daarnaast zijn kleding en sieraden die vanwege tekst of symboliek grof zijn, uitlokken tot agressie of discriminatie of bedoeld zijn om reacties op te wekken, niet wenselijk”.
Op 15 en 19 april heb ik, als jouw leidinggevende, een aantal gesprekken met je gevoerd over de recente wijziging van jouw kledingstijl. De laatste tijd draag je een donkere mantel en gedeeltelijk gezicht bedekkende kleding. Uit de gesprekken is naar voren gekomen dat je je kleding in overeenstemming wenst te brengen met je geloofsovertuiging hetgeen je ook hebt gedaan.Natuurlijk respecteren we jouw geloofsovertuiging, maar de nadrukkelijke wijze waarop je daar door middel van je kleding uiting aan geeft binnen je werk vinden we vanuit beide organisaties niet acceptabel. In de gehandicaptenzorg hebben wij te maken met een veelal kwetsbare doelgroep; dat speelt in het bijzonder binnen de locatie en afdeling waar jij je werkzaamheden verricht. Voor deze doelgroep waar wij voor en mee werken, is non-verbale communicatie van groot belang. Als gevolg van de kleding die je draagt wordt communiceren met jou voor onze cliënten nog ingewikkelder dan het toch al is. Voor totale communicatie, welke nodig is voor het communiceren met mensen met een ernstige meervoudige beperking is het van belang dat het lichaam en de stem beiden optimaal ingezet kunnen worden, dat is nu niet mogelijk.Wij vragen daarnaast van al onze medewerkers dat zij passend gekleed zijn voor de werkzaamheden die zij moeten verrichten. Dit betekent op een groep met veel lichamelijke verzorging dat het van belang is dat kleding goed aansluit en er makkelijk hygiënisch gewerkt kan worden.Binnen onze organisatie werken en wonen veel mensen met diverse achtergronden. Daarom willen we graag zoveel mogelijk een levensbeschouwelijke neutraliteit uitdragen.(…) Ik heb vervolgens aangegeven dat [wij] een andere zienswijze hebben en dat van jou wordt verwacht dat je je kleding zult aanpassen.Je hebt uitdrukkelijk aangegeven aan dat verzoek niet te zullen voldoen (…).Ik blijf bij het standpunt dat je huidige kledingstijl binnen de organisatie niet gewenst is en aanpassing behoeft. Voor een dergelijk kledingvoorschrift bestaat in dit geval een objectieve rechtvaardigingsgrond; enerzijds is dat de hiervoor besproken kwetsbare doelgroep, anderzijds de vereiste om hygiënisch werken en, geoordeeld tegen de achtergrond van de grote diversiteit van mensen binnen Ons Tweede Thuis, de vereiste levensbeschouwelijke neutraliteit.Ik wil je natuurlijk een laatste kans geven om je standpunt te wijzigen en de vereiste neutraliteit in jouw wijze van kleden in acht te nemen. Indien je daar niet toe bereid bent, zal dat, helaas en tot mijn spijt, noodzakelijkerwijs tot de beëindiging van de relatie tussen jou en Ons Tweede Thuis leiden. (…).”
“(…) Wij hebben in de eerdere gesprekken met jou al voldoende tot uitdrukking gebracht dat wij respect hebben voor jouw geloofsovertuiging. (…) Er bestaat geen reden om van slag of gekwetst te zijn over de inhoud van onze brief; je overschrijdt een grens door aan te geven dat je je zo gediscrimineerd voelt dat je melding hebt gedaan bij het meldpunt discriminatie. Discriminatie is een ernstig strafbaar feit en voor jouw nodeloos grievende en kwetsende beschuldiging bestaat geen grond; ook zonder de in de gedragscode opgenomen kernwaarde dat we voorzichtig zijn met het beschuldigen zijn van een collega moet dat voldoende duidelijk voor jou zijn. Op zichzelf levert dat voor ons een reden op om het dienstverband met jou na expiratie van de leer/arbeidsovereenkomst niet voort te zetten. Helaas kan niet meer van een situatie van wederzijds respect en vertrouwen worden gesproken.”
Verzoek
A. vast te stellen dat de gehanteerde gronden voor de op non-actiefstelling en de beslissing om het dienstverband met [verzoekster] niet voort te zetten zijn te beschouwen als ernstig verwijtbaar handelen van Ons Tweede Thuis als werkgever;
B. vast te stellen dat aan [verzoekster] een billijke vergoeding wegens ernstig verwijtbaar handelen van € 3.000,00 netto toekomt;
C. te bepalen dat aan [verzoekster] de uitbetaling van de onterecht ingehouden opleidingskosten van € 1.030,00 netto toekomt;
D. te bepalen dat Ons Tweede Thuis binnen 7 dagen na deze beschikking tot uitbetaling van voornoemde bedragen dient over te gaan;
met veroordeling van Ons Tweede Thuis in de kosten van deze procedure.
Verweer
Beoordeling
het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van de werkgeverin de zin van artikel 7:673 lid 9 BW. Van ernstig verwijtbaar handelen zijdens de werkgever is blijkens de wetsgeschiedenis sprake is uitzonderlijke gevallen, waarin de werkgever een ernstig verwijt valt te maken bijvoorbeeld wanneer zij door laakbaar gedrag heeft aangestuurd op het einde van het dienstverband. Het begrip ernstig verwijtbaar dient op dezelfde wijze ingekleurd te worden als in andere wetsartikelen waarin deze formulering wordt gebruikt (ECLI:NL:HR:2018:1979).
a) bij de aanzegging van de niet verlenging van het contract heeft Ons Tweede Thuis aangegeven dat het feit dat [verzoekster] een melding had gedaan bij het Meldpunt Discriminatie, daartoe redengevend was en dat geen sprake meer was van een situatie met wederzijds respect en vertrouwen;
b) het niet verlengen van haar arbeidsovereenkomst is gebaseerd op discriminatoire gronden;
c) de op non-actiefstelling met behoud van salaris tot het einde van het dienstverband was onterecht, mede bezien in het licht van de aard van de onderhavige leer/werk overeenkomst, waarbij [verzoekster] in het kader van haar studie groot belang had bij voorzetting van de arbeidsovereenkomst voor de overeengekomen duur.
Ad a: reden voor niet verlengen
Ad b : niet verlengen arbeidsovereenkomst op discriminatoire gronden
bij het werk, werkplek en functie op passende wijze kleedt”.Ons Tweede Thuis heeft het standpunt ingenomen dat het dragen van een khimar niet passend is. Daartoe voert zij samengevat het volgende aan:
- Ons Tweede Thuis bedient een groep cliënten die a) een grote diversiteit aan geloofs- en culturele achtergrond heeft, en b) zowel in psychisch als lichamelijk opzicht kwetsbaar is. Tegen die achtergrond dienen werknemers zich zo neutraal en “prikkel arm” mogelijk te kleden;
- in de Gedragscode op pag 4 is bepaald dat de relatie met de mensen met een verstandelijke beperking en de belangen van de cliënten centraal staat;
- het dragen van de khimar belemmert vrije communicatie, zowel verbaal als non verbaal met de cliënten van Ons Tweede Thuis;
- het dragen van de khimar tijdens het verrichten van de werkzaamheden is niet hygiënisch;
- het dragen van de khimar kan vanwege de nadrukkelijke uitstraling hiervan, ongewenste reacties oproepen.
i) is er een legitiem doel is voor het gemaakte onderscheid;
ii) is het gekozen middel passend om het doel te bereiken;
iii) is het gekozen middel noodzakelijk is om het doel te bereiken.
Ad c : onterechte non actiefstelling
BESLISSING
€ 3.250,00 bruto;
salaris € 720,00
griffierecht € € 162,00
-----------------
totaal € 882,00
voor zover van toepassing, inclusief btw;