Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Le Procureur de la Republique pres le Tribunal Judiciaire de Bordeaux(Frankrijk) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid; feiten vermeld op bijlage 1 bij de OLW
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
Viceprocureur van de Republiekheeft bij brief van 15 september 2020 de volgende garantie gegeven:
Viceprocureurde volgende aanvullende informatie verstrekt:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod;
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod;
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid, 10a, eerste lid, 11, derde, vierde en vijfde lid, of 11a van de Opiumwet;
deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 10, derde, vierde en vijfde lid, 10a, eerste lid, 11, derde, vierde en vijfde lid, of 11a van de Opiumwet.
6.Detentieomstandigheden in Frankrijk
Viceprocureurbij e-mail van 15 september 2020 de volgende informatie verstrekt:
Viceprocureurper e-mail de volgende vraag gesteld:
Viceprocureurheeft deze vraag bij e-mail van 22 september 2020 als volgt beantwoord:
‘could be detained’, geen garantie geeft dat de opgeëiste persoon niet in de detentie-instelling in Bordeaux-Gradignan zal worden geplaatst.
- Kunt u bevestigen dat met de mededeling van 15 september 2020 bedoeld is een garantie te geven dat de opgeëiste persoon niet in Bordeaux-Gradignan zal worden geplaatst zoals dat is geschied ten aanzien van Fresnes en Nîmes?
- Indien u dit niet kunt bevestigen, verzoekt de rechtbank u haar te informeren waar de opgeëiste persoon naar alle waarschijnlijkheid zal worden geplaatst.
7.Beslissing
SCHORSThet onderzoek ter zitting voor onbepaalde tijd om de officier van justitie in de gelegenheid te stellen de hierboven geformuleerde vragen aan de uitvaardigende autoriteit voor te leggen.