Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the District Court Nitra(Slowakije) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
national Arrest Warrantvan 23 juni 2020 van
the
4.Strafbaarheid
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
President of the Senatevan
the District Court Nitrade volgende garantie gegeven:
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a, OLW
- het onderzoek is in Slowakije gestart;
- de drugs zijn in Slowakije ingevoerd zodat de rechtsorde aldaar is geschokt;
- medeverdachten zullen naar alle waarschijnlijkheid in Slowakije worden vervolgd.
7.Verzoek om prejudiciële vragen
unusually harsh) is, is geen sprake van toepassing van Unierecht dat een interpretatie door het Hof van Justitie vereist. Het gaat in de onderhavige zaak immers om een feit van grootschalige drugsinvoer. Hierbij dient ook in aanmerking te worden genomen dat er mogelijkheden zijn tot vervroegde (voorwaardelijke) invrijheidstelling, er afwijkingen naar beneden mogelijk zijn op grond van de specifieke omstandigheden van de persoon en het geval. [1] Bovendien heeft de opgeëiste persoon een terugkeergarantie gekregen, hetgeen betekent dat de straf overeenkomstig de Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties (Wets) in ieder geval zal worden aangepast naar de maximumstraf die de Nederlandse wet stelt op het feit; bij de invoer van drugs is dat 12 jaren en daarop is ook nog eens de regeling omtrent voorwaardelijke invrijheidsstelling van toepassing. Het evenredigheidsbeginsel komt dus ook niet in het gedrang.
grossly disproportionate) straf in strijd met artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden. [3] Omdat een dreigende oplegging van een dergelijke zeer disproportionele straf ook in strijd met artikel 4 Handvest kan zijn, dient in deze procedure getoetst te worden of aan dit strenge criterium is voldaan. In dit kader is van belang dat in artikel 4 lid 3 jo lid 2 Kaderbesluit 2004/757/JBZ onder andere is bepaald dat lidstaten op strafbare feiten op het gebied van de illegale handel in grote hoeveelheden harddrugs in het kader van een criminele organisatie maximumstraffen moeten stellen van ten minste 10 jaar. In deze zaak is sprake van – kort gezegd – een verdenking van deelname aan een internationaal opererende criminele organisatie die zich bezighield met grootschalige handel en invoer van harddrugs. Los van de door de officier van justitie geschetste mogelijkheden om in Slowakije af te wijken van de geldende minimumstraf op grond van de specifieke omstandigheden van het geval, is de rechtbank van oordeel, gelet op de aard en de zwaarte van deze verdenking, dat de in Slowakije geldende bepalingen omtrent minimumstraffen er niet toe leiden dat sprake is van een dreigende strafoplegging die ‘
grossly disproportionate’ is.
8.Slotsom
9.Toepasselijke wetsartikelen
10.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan
the District Court Nitra, Slowakije.