In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam geoordeeld over een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan eiser was opgelegd. Eiser, die over een parkeervergunning beschikt, had op 9 mei 2020 zijn auto geparkeerd aan de Egidiusstraat in Amsterdam. De parkeercontroleur constateerde om 15:34 uur dat er geen parkeerbelasting was voldaan, waarna de naheffingsaanslag werd opgelegd. Eiser had via de parkeerapplicatie van de gemeente Amsterdam een kenteken aangemeld, maar per ongeluk het verkeerde kenteken ingevoerd. Hij stelde dat de gemeente een zorgplicht heeft om te voorkomen dat gebruikers een verkeerd kenteken registreren en verzocht de rechtbank om de gemeente te verplichten de applicatie aan te passen.
De rechtbank overwoog dat de voorwaarden voor het parkeren met een vergunning niet waren nageleefd, omdat eiser het verkeerde kenteken had ingevoerd. De rechtbank stelde vast dat eiser verantwoordelijk is voor het invoeren van het juiste kenteken en dat het feit dat hij wel betaald had voor een ander kenteken niet relevant was. De rechtbank concludeerde dat eiser in feite zonder vergunning had geparkeerd en dat de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. Eiser kreeg geen gelijk in zijn beroep en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht.
De uitspraak werd gedaan door mr. J.W. Vriethoff, en de beslissing werd openbaar uitgesproken. Eiser werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Amsterdam.