ECLI:NL:RBAMS:2020:4693
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Sluiting van een woning wegens aanwezigheid van hennepplanten en -stengels
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 24 september 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verzoeker en de burgemeester van Uithoorn. De burgemeester had op 4 september 2020 besloten om de woning van de verzoeker te sluiten, omdat er bij een politie-inval 25 bakken met hennepwortels en -stengels waren aangetroffen. De sluiting zou ingaan op 10 september 2020. De verzoeker maakte bezwaar tegen dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om het besluit te schorsen. Tijdens de zitting op 16 september 2020 werd de burgemeester vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, terwijl de verzoeker werd bijgestaan door zijn eigen gemachtigde.
De voorzieningenrechter overwoog dat de burgemeester bevoegd was om de woning te sluiten op grond van artikel 13b van de Opiumwet, omdat er een handelshoeveelheid drugs was aangetroffen. De verzoeker betwistte de aanwezigheid van een handelshoeveelheid en stelde dat hij slechts hobby-matig hennep had gekweekt, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat de aangetroffen hoeveelheid en de aanwezige apparatuur wezen op bedrijfsmatige teelt. De voorzieningenrechter concludeerde dat de sluiting van de woning noodzakelijk was voor de openbare orde en dat de burgemeester voldoende had gemotiveerd dat er sprake was van verzwarende omstandigheden.
Echter, de voorzieningenrechter vond dat de sluiting voor een periode van drie maanden niet proportioneel was, gezien de omstandigheden van de zaak. De voorzieningenrechter schorste het besluit van de burgemeester voor dat deel en bepaalde dat de woning voor de duur van zes weken gesloten zou worden. Daarnaast werd de burgemeester veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de verzoeker en het griffierecht. De uitspraak is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.