Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Verloop van de procedure
- een beslissing van de zaaks-rechter-commissaris van 4 augustus 2020, die namens haar is ondertekend door de rechter-commissaris-teamvoorzitter;
- een proces-verbaal van de zaaks-rechter-commissaris van 18 augustus 2020, waarin verzoeker [verdachte 1] , bij monde van zijn raadsman mr. N.C.J. Meijering, het wrakingsverzoek heeft gedaan. Vervolgens hebben alle voornoemde verzoekers, ieder bij monde van hun raadslieden, zich aangesloten bij dit verzoek.
- een rechtmatigheidstoets ex artikel 226h Sv van 27 december 2017 van de rechter-commissaris-teamvoorzitter;
- een brief aan de zaaks-rechter-commissaris van 6 december 2019, inhoudende een opgave van onderzoekswensen;
- een proces-verbaal van bevindingen van de zaaks-rechter-commissaris, inhoudende een verslag van een informele bijeenkomst met de raadslieden inzake het onderzoek Marengo op 16 december 2019;
- een beslissing van de zaaks-rechter-commissaris van 25 februari 2020 op door de verdediging ingediende onderzoekswensen;
- een brief van mr. Meijering aan de zaaks-rechter-commissaris van 16 juni 2020, inhoudende onderzoekswensen inzake Marengo;
- de repliek van de verdediging (mr. Meijering) van 6 juli 2020 inzake voornoemde onderzoekswensen;
- zijn pleitnota ten behoeve van de pro formazitting op 12 augustus 2020.
- een brief aan de Wrakingskamer van 26 augustus 2020, inhoudende een schriftelijke reactie op het wrakingsverzoek;
- een proces-verbaal van verhoor van de kroongetuige van 27 januari 2020;
- een proces-verbaal van verhoor van de kroongetuige van 6 februari 2020;
- een proces-verbaal van verhoor van de kroongetuige van 14 februari 2020;
- een proces-verbaal van verhoor van de kroongetuige van 26 juni 2020;
- een proces-verbaal van verhoor van de kroongetuige van 1 juli 2020.
2.De feiten
De rechter-commissaris zal alle tot nu toe ingediende onderzoekswensen met motivering verspreiden onder alle raadslieden en officieren van justitie. In verzoeken genoemde namen die overeenkomstig de beslissing tot permanente onthouding onbekend dienen te blijven, worden “gezwart”. Aan een ieder wordt gevraagd dergelijke namen ook tijdens verhoren niet te gebruiken maar te volstaan met aanduidingen in de trant van (als voorbeeld) “de zus van …””
9. De partner van[de kroongetuige]
horen als getuige
, niet op schrift te stellen, maar deze personen aan te duiden als ‘partner van’, ‘broer van’, ‘vader van’. Bij verspreiding destijds van het verzoek van de raadsman waar deze namen in stonden, zijn deze namen door de griffier van het kabinet RC gezwart. In de beslissing op de onderzoekswensen van 25 februari 2020 staat bij deze 3 personen: naam permanent onthouden.
Ik zie anderszins emotie en ik zou willen dat u zich terugtrekt en u zich beraadt. Als u met mij vindt dat u niet langer meer onbevangen deze zaak kunt doen, dat u zich dan verschoont en terugtreedt. Ik verzoek u ook na te denken of u bereid bent om uw excuses te maken naar mij toe en dat ook schriftelijk te doen en dat ook naar de rechtbank uit te stralen.”
3.De verzoeken
4.Het standpunt van het Openbaar Ministerie
5.De reactie van de rechter-commissaris
6.De beoordeling van het verzoek
7.Conclusie
8.Beslissing
- verklaart verzoekers niet-ontvankelijk in hun verzoek tot wraking van de rechter-commissaris-teamvoorzitter;
- verklaart het verzoek van verzoekers [verdachte 6] , [verdachte 9] en [verdachte 7] tot wraking van de zaaks-rechter-commissaris deels niet-ontvankelijk zoals hiervoor onder 6.1.2.2 overwogen;
- wijst (overigens) af het verzoek tot wraking van de zaaks-rechter-commissaris door verzoekers.