Op 5 augustus 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan vier winkeldiefstallen. De rechtbank heeft de zaken, die onder verschillende parketnummers zijn aangebracht, gevoegd behandeld. De verdachte, geboren in 1955, heeft op de terechtzitting bekend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstallen van drogisterij-artikelen bij Kruidvat, een flesje vruchtensap bij Deen, tubes kleefpasta bij Albert Heijn en een verpakking Fristi bij Hema. De rechtbank heeft de diefstallen wettig en overtuigend bewezen geacht, waarbij de verklaringen van de verdachte en de aangiften van de slachtoffers zijn meegewogen.
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van 108 dagen geëist, waarvan 30 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en bijzondere voorwaarden. De rechtbank heeft deze eis gevolgd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 108 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 30 dagen voorwaardelijk. De bijzondere voorwaarden omvatten onder andere een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling en meewerken aan dagbesteding. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de eerdere veroordelingen van de verdachte voor winkeldiefstallen en zijn verslavingsproblematiek, die een directe relatie heeft met zijn delictgedrag. De rechtbank heeft de toekomst van de verdachte in overweging genomen en hem de kans geboden om zijn gedrag te verbeteren, met de nadruk op zijn verantwoordelijkheid hierin.