Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde (België) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[adres] , [plaats 1] ,
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
‘Form A’ - mede in aanmerking genomen dat sprake is van een overlevering in het kader van een strafrechtelijk onderzoek - voldoende duidelijk waarvoor de overlevering wordt verzocht. Uit deze stukken blijkt namelijk dat de overlevering wordt verzocht voor het medeplegen van een gewapende woningoverval op 6 december 2019 in Sint-Niklaas, België. De rechtbank acht de in het EAB opgenomen feitsomschrijving in samenhang met het ‘Form A’ (waarin bij mate van deelname ‘dader’ is vermeld) genoegzaam. Het verweer van de raadsvrouw wordt verworpen.
4.Strafbaarheid: feit vermeld op bijlage 1 bij de OLW
5.Onschuldverweer
6.De garantie als bedoeld in artikel 6, vijfde juncto eerste lid, OLW
- GBA uittreksel [plaats 1] (inclusief naam moeder);
- inkomstenverklaring Belastingdienst 2015 tot en met 2019;
- arbeidscontract [naam werkgever 1] 2014 en verlenging arbeidscontract 2015 en 2016;
- salarisspecificatie [naam werkgever 1] december 2015, 2016 en 2017 en jaaropgave [naam werkgever 1] 2018;
- arbeidscontract [naam werkgever 2] en verlenging arbeidscontract 2018 en 2020;
- maandelijkse salarisspecificatie [naam werkgever 2] van de jaren 2018 en 2020 en Jaaropgave [naam werkgever 2] 2018 en 2019;
- bevestiging inschrijving opleiding aan het ROC en diploma ROC;
- betalingen zorgverzekeringspremie 2015 tot en met 2020;
- inkomstenverklaring Belastingdienst moeder van de jaren 2015 tot en met 2019.
5 augustus 2020 meegedeeld dat deze ‘dwingende redenen van openbare veiligheid’ er niet lijken te zijn. Het ligt daarom in de lijn der verwachting dat het verblijfsrecht van de opgeëiste persoon niet zal worden beëindigd door een Belgische straf of maatregel. Omdat de opgeëiste persoon met een Nederlander moet worden gelijkgesteld en hij zijn verblijfsrecht waarschijnlijk niet zal verliezen door een in België opgelegde straf of maatregel, dient een terugkeergarantie te worden opgevraagd bij de uitvaardigende justitiële autoriteit. Daarom heeft de raadsvrouw verzocht de behandeling van de overleveringszaak aan te houden en een terugkeergarantie op te vragen.
In meergenoemde brief heeft de IND medegedeeld dat ook in geval van tien jaar onafgebroken verblijf in Nederland, het verblijfsrecht van de opgeëiste persoon mogelijk zal worden beëindigd. Daarom hoeft geen terugkeergarantie te worden gevraagd en hoeft de behandeling van de zaak niet te worden aangehouden.
artikel 6, vijfde lid, van de OLW zijn voldaan aan drie vereisten, te weten:
- een duurzaam verblijfsrecht als Unieburger wordt gelijkgesteld met een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd;
- een duurzaam verblijfsrecht niet hoeft te worden aangetoond middels overlegging van een verblijfsdocument, dit kan ook met het aantonen dat aan de materiële voorwaarden voor een dergelijk verblijfsrecht wordt voldaan.
7.Detentieomstandigheden
Standpunt van de verdediging
De overbevolking in de Belgische gevangenissen in combinatie met het coronavirus is zorgelijk. De raadsvrouw heeft verzocht de behandeling van de zaak aan te houden om nadere informatie aan de Belgische autoriteiten op te vragen over de detentieomstandigheden waarin de opgeëiste persoon na overlevering terecht zal komen en om de Belgische autoriteiten te laten garanderen dat de opgeëiste persoon na overlevering in een mono-cel zal worden geplaatst.
Verder bestaat er geen algemeen reëel gevaar dat personen die in de België zijn gedetineerd, onmenselijk of vernederend worden behandeld. De overlevering kan worden toegestaan.