Op 13 augustus 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een overleveringszaak, waarbij de rechtbank de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW) heeft behandeld. De zaak betreft een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de District Court in Włocławek, Polen, op 3 augustus 2018. De opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1984, is gedetineerd in een Justitieel Complex in Nederland. Tijdens de openbare zitting op 30 juli 2020 is de opgeëiste persoon gehoord via een videoverbinding, in verband met de coronamaatregelen. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak met dertig dagen verlengd om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen over de verzochte overlevering.
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat hij de Poolse nationaliteit heeft. Het EAB vermeldt verschillende vonnissen van de regionale rechtbanken in Polen, die betrekking hebben op opgelegde vrijheidsstraffen. De rechtbank heeft op 31 juli 2020 in een andere zaak prejudiciële vragen gesteld aan het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU) over de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in Polen. De rechtbank oordeelt dat de antwoorden op deze vragen ook relevant zijn voor de onderhavige zaak.
Daarom heeft de rechtbank besloten het onderzoek te heropenen en voor onbepaalde tijd te schorsen, in afwachting van de beantwoording van de prejudiciële vragen. De rechtbank heeft tevens de oproeping van de opgeëiste persoon en een Poolse tolk bevolen voor een nader te bepalen datum. Deze beslissing is genomen door de voorzitter en twee andere rechters, en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.