Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
mr. M.E. Woudman, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. C. Crince le Roy, naar voren hebben gebracht.
2.Tenlastelegging
3.Inleiding
4.Waardering van het bewijs
stills.De beelden zijn van onvoldoende kwaliteit om hier een herkenning op te kunnen baseren. Op de beelden zijn ook niet de opvallende blauwe schoenen te herkennen.
stillsin het procesdossier ten aanzien van de diefstal van de laptop van [persoon 14] niet van voldoende kwaliteit om daarop een gezichtsherkenning te baseren. De gezichtskenmerken zijn daarvoor onvoldoende helder in beeld. Wel zijn op de
stillskleding, gezichtsbeharing, vorm van gezicht, postuur en houding goed te zien. Die kenmerken kunnen wel degelijk bijdragen aan de herkenning van verdachte. De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de twee afzonderlijke herkenningen door verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] . Verbalisant [verbalisant 3] heeft daarnaast ook de bewegende beelden gezien. Hij herkent verdachte aan zijn postuur omdat verdachte wat steviger is gebouwd, en aan zijn gezichtsvorm, baard en snorgroei. Verbalisant [verbalisant 4] heeft verdachte gezien in het cellencomplex. Hij herkent verdachte op de
stillsaan zijn gezicht, postuur, doorlopende wenkbrauw, baardgroei en kleding. [verbalisant 3] en [verbalisant 4] benoemen beiden dat verdachte tijdens zijn aanhouding een zwarte muts, gevoerde jas en opvallende blauwe schoenen draagt, die zij herkennen op de
stillsen de camerabeelden van de diefstal van de laptop van [persoon 14] en op
stillsten aanzien van aangevers [persoon 11] en [persoon 1] . Ook herkennen zij verdachte op de
stillsen camerabeelden ten aanzien van aangevers [persoon 12] en [persoon 13] onder andere aan de opvallende blauwe schoenen. Beide verbalisanten hebben een foto van verdachte na de aanhouding bij de herkenning gevoegd, waarop verdachte te zien is met de zwarte muts, gevoerde jas en de opvallende blauwe schoenen.
stillsten aanzien van [persoon 11] , [persoon 12] , [persoon 13] en [persoon 1] heeft de persoon op de
stillsveelal dezelfde kleding als verdachte en het postuur en baardgroei komen ook overeen met de foto van verdachte na zijn aanhouding. Opvallend is dat op alle
stillsde opvallend blauwe schoenen worden waargenomen. Op basis van de herkenningen, de laptop van [persoon 14] die samen met andere laptops en telefoons bij de aanhouding zijn aangetroffen en de vaststelling dat de rechtbank verdachte herkent op de
stillsaan zijn opvallende blauwe schoenen, waarvan de rechtbank heeft waargenomen dat hij die ook ter terechtzitting droeg, alles in onderlinge samenhang, stelt de rechtbank vast dat het - voor de gevallen waarin camerabeelden beschikbaar zijn - steeds verdachte is die de diefstallen met medeverdachte [medeverdachte 1] heeft gepleegd. Het verweer van de raadsman wordt verworpen.
ne bis in idem-beginsel).
5.Bewezenverklaring
6.Bewijs
7.Strafbaarheid van de feiten
8.Strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straf
10.Vorderingen van de benadeelde partijen
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte]daarvoor strafbaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
14 (veertien) maanden.
€ 1.047,74 (duizendzevenenveertig euro en vierenzeventig cent)aan vergoeding, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 29 februari 2020, het moment dat de schade is ontstaan tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald.
niet-ontvankelijkin zijn vordering.
€ 1.047,74 (duizendzevenenveertig euro en vierenzeventig cent),te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 29 februari 2020, het moment dat de schade is ontstaan tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald, te betalen, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander is betaald. Wanneer er niet kan worden betaald, kan gijzeling worden toegepast voor 20 dagen. Toepassing van die gijzeling maakt niet dat de betalingsverplichting komt te vervallen.
€ 1.967,99 (negentienhonderdzevenenzestig euro en negenennegentig cent)aan vergoeding, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 4 maart 2020, het moment dat de schade is ontstaan tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald.
af.
€ 1.967,99 (negentienhonderdzevenenzestig euro en negenennegentig cent),te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 4 maart 2020, het moment dat de schade is ontstaan tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald, te betalen, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander is betaald. Wanneer er niet kan worden betaald, kan gijzeling worden toegepast voor 29 dagen. Toepassing van die gijzeling maakt niet dat de betalingsverplichting komt te vervallen.
€ 1.644,39 (zestienhonderdvierenveertig euro en negenendertig cent)aan vergoeding, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 4 maart 2020, het moment dat de schade is ontstaan tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald.
af.
€ 1.644,39 (zestienhonderdvierenveertig euro en negenendertig cent),te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 4 maart 2020, het moment dat de schade is ontstaan tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald, te betalen, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander is betaald. Wanneer er niet kan worden betaald, kan gijzeling worden toegepast voor 26 dagen. Toepassing van die gijzeling maakt niet dat de betalingsverplichting komt te vervallen.
€ 899,25 (achthonderdnegenennegentig euro en negenendertig cent)aan vergoeding, bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 2 maart 2020, het moment dat de schade is ontstaan tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald.
af.
niet-ontvankelijk in haar vordering.
de proceskosten,te weten
€ 400,- (vierhonderd euro).
€ 899,25 (achthonderdnegenennegentig euro en negenendertig cent),te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 2 maart 2020, het moment dat de schade is ontstaan tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald, te betalen, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander is betaald. Wanneer er niet kan worden betaald, kan gijzeling worden toegepast voor 17 dagen. Toepassing van die gijzeling maakt niet dat de betalingsverplichting komt te vervallen.