ECLI:NL:RBAMS:2020:3110
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Oplegging van de ISD-maatregel en de beoordeling van stelselmatigheid in delictpatroon
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is de verdachte, een EU-onderdaan, beschuldigd van diefstal en belediging. De feiten vonden plaats op 11 maart 2020 in Amsterdam, waar de verdachte een pakje gerookte spekreepjes en een kaasbol heeft gestolen van de Jumbo Supermarkt. Daarnaast heeft hij een persoon beledigd door in diens richting te spugen. Tijdens de zitting op 10 juni 2020 heeft de officier van justitie, mr. R.W. van Zanten, gevorderd om de ISD-maatregel op te leggen, terwijl de raadsvrouw, mr. S.N. de Jager, vrijspraak voorstelde voor de belediging en een straf conform voorarrest voorstelde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. De rechtbank oordeelde dat aan de harde en zachte criteria voor de ISD-maatregel was voldaan, maar dat de oplegging van deze maatregel niet passend was. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van stelselmatigheid in het delictpatroon van de verdachte, die voornamelijk voor winkeldiefstallen was veroordeeld. De rechtbank legde uiteindelijk een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van één maand op, met aftrek van voorarrest, en sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de rechters de bewijsvoering en de argumenten van beide partijen zorgvuldig hebben gewogen. De rechtbank heeft de beslissing gemotiveerd door te verwijzen naar de relevante wetgeving en jurisprudentie, en heeft de strafmaat bepaald op basis van landelijke richtlijnen voor winkeldiefstal.