ECLI:NL:RBAMS:2020:307

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 januari 2020
Publicatiedatum
22 januari 2020
Zaaknummer
C/13/678527 / KG ZA 20-45
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opschorting van sanctiemaatregelen voor taxichauffeurs in Amsterdam in afwachting van bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak hebben twee taxiorganisaties, Taxistad B.V. en Take a Taxi, een kort geding aangespannen tegen de gemeente Amsterdam en een aantal taxichauffeurs. De eisers, werkzaam als taxichauffeurs en aangesloten bij de genoemde organisaties, vorderden de opschorting van aangekondigde sanctiemaatregelen, waaronder schorsingen, die door de taxiorganisaties aan hun chauffeurs zouden worden opgelegd. De aanleiding voor het kort geding was een last onder dwangsom die de gemeente aan de taxiorganisaties had opgelegd, waarin werd geëist dat zij het gemeentelijke maatregelenprotocol zouden volgen en sancties zouden opleggen aan chauffeurs die de regels overtraden.

Tijdens de mondelinge behandeling op 20 januari 2020 hebben de eisers hun standpunten toegelicht, waarbij zij stelden dat de gemeente hen onterecht onder druk zette om zware sancties op te leggen, terwijl er volgens hen ruimte was voor een redelijke afweging van de omstandigheden. De voorzieningenrechter heeft in zijn vonnis van 22 januari 2020 geoordeeld dat de tenuitvoerlegging van de aangekondigde sanctiemaatregelen moet worden opgeschort totdat er een uitspraak is gedaan in de door Taxistad en Take a Taxi bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB) aan te spannen voorlopige voorzieningenprocedure. De rechter oordeelde dat het belang van de eisers zwaarder weegt dan het belang van de gemeente om de sancties onmiddellijk op te leggen, vooral gezien de zware gevolgen van de schorsingen voor de chauffeurs.

De voorzieningenrechter heeft bepaald dat Taxistad en Take a Taxi de aangekondigde sanctiemaatregelen niet mogen uitvoeren totdat de uitkomst van de procedure bij het CBB bekend is, mits zij tijdig een bezwaarschrift indienen tegen het besluit van de gemeente. Dit vonnis benadrukt de noodzaak van rechtsbescherming voor de chauffeurs en de mogelijkheid voor de taxiorganisaties om hun standpunten in een bestuursrechtelijke procedure naar voren te brengen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/678527 / KG ZA 20-45 MvW/MV
Vonnis in kort geding van 22 januari 2020
in de zaak van
[eiser] ,wonende te [woonplaats] ,
en 22 andere in de dagvaarding vermelde eisers,
eisers bij conceptdagvaarding,
advocaat mr. R.P. Kuijper te Amstelveen,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TAXISTAD B.V.,
gevestigd te Assendelft,
2. de stichting
TAKE A TAXI,
gevestigd te Badhoevedorp,
gedaagden, vrijwillig verschenen,
bijgestaan door mr. J.S. Pols te Vogelenzang.

1.De procedure

Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 20 januari 2020 hebben eisers gesteld en gevorderd overeenkomstig de in kopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding.
Vervolgens hebben gedaagden, hierna ook te noemen Taxistad en Take a Taxi, hun standpunten toegelicht.
Beide partijen hebben producties in het geding gebracht.
Bij de mondelinge behandeling waren onder meer aanwezig:
aan de zijde van eisers [eiser sub 7] (eiser sub 7) met mr. Kuijper;
aan de zijde van Taxistad en Take a Taxi [vertegenwoordiger gedaagde sub. 1] en [vertegenwoordiger gedaagde sub. 2] met mr. Pols.
Na verder debat is vonnis bepaald op 23 januari 2020.
Bij e-mail van 22 januari 2020 is aan partijen medegedeeld dat het vonnis op die dag wordt gewezen.

2.De feiten

2.1.
Eisers 1 tot en met 10 zijn werkzaam als taxichauffeur in Amsterdam en aangesloten bij Take a Taxi. Take a Taxi is een Toegelaten Taxi Organisatie (hierna TTO). Eisers 11 tot en met 23 zijn werkzaam als taxichauffeur in Amsterdam en aangesloten bij Taxistad. Ook Taxistad is een TTO.
2.2.
In de Taxiverordening van de gemeente Amsterdam (die met ingang van 1 februari 2018 is gewijzigd) is onder meer opgenomen dat een TTO verplicht is tot naleving van het zogenoemde maatregelenprotocol. In het Besluit Nadere regels maatregelenprotocol is – kort gezegd – opgenomen welke sanctie een TTO dient op te leggen aan bij haar aangesloten taxichauffeurs indien die een van de zogenoemde Gouden Vijf-Normen hebben overtreden.
2.3.
Taxistad en Take a Taxi enerzijds en de gemeente Amsterdam anderzijds hebben een geschil gehad over de vraag of de TTO’s op basis van het maatregelenprotocol van de gemeente of op basis van een door henzelf opgesteld alternatief maatregelenprotocol sancties dienen op te leggen aan chauffeurs die de regels overtreden. Volgens Taxistad en Take a Taxi voldoet het maatregelenprotocol van de gemeente niet aan de eisen van proportionaliteit en redelijkheid en is het in strijd met het gelijkheidsbeginsel. Volgens de gemeente is uitgangspunt dat de TTO’s de minimale maatregelen uit het onder 2.2 genoemde Besluit opleggen, maar dat betekent niet dat in de praktijk geen ruimte bestaat voor een individuele afweging en een beoordeling van bijzondere omstandigheden (zie hiervoor de brief van de gemeente aan de TTO’s van 5 juli 2019).
2.4.
Op 31 juli 2019 heeft de gemeente aan Taxistad en Take a Taxi een last onder dwangsom opgelegd waarin kort gezegd is opgenomen (1) dat zij dienen te bevestigen dat het alternatieve maatregelenprotocol wordt ingetrokken en dat zij het maatregelenprotocol van de gemeente zullen volgen én (2) dat sancties die zijn opgelegd volgens het alternatieve maatregelenprotocol moeten worden omgezet en geëffectueerd volgens het maatregelenprotocol van de gemeente. Taxistad en Take a Taxi hebben naar aanleiding hiervan een verzoek ingediend tot het treffen van een voorlopige voorziening (op grond van artikel 8:81 Awb) bij de voorzieningenrechter van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB). Verzocht is de uitvoering van het besluit van de gemeente te schorsen in afwachting van de uitkomst van bezwaar en beroep.
2.5.
Bij uitspraak van 10 september 2019 heeft het CBB het verzoek van Taxistad en Take a Taxi om een voorlopige voorziening afgewezen. Naar aanleiding hiervan hebben Taxistad en Take a Taxi aan een aantal bij hen aangesloten eisers bericht dat zij gedwongen zijn een maatregel op te leggen overeenkomstig het maatregelenprotocol van de gemeente.
2.6.
Bij dagvaarding van 16 oktober 2019 is door 33 bij Taxistad en Take a Taxi aangesloten chauffeurs bij de voorzieningenrechter van deze rechtbank een kort geding aanhangig gemaakt tegen Taxistad en Take a Taxi en tegen de gemeente Amsterdam. Hierin is – kort gezegd – gevorderd Taxistad en Take a Taxi te bevelen de sanctiemaatregelen volgens het protocol van de gemeente jegens de chauffeurs niet op leggen. Bij vonnis van 7 november 2019 is deze vordering afgewezen, kort gezegd, omdat inmiddels is verduidelijkt (of gewijzigd) dat de TTO’s bij de toepassing van het maatregelenprotocol van de gemeente de ruimte hebben om rekening te houden met alle omstandigheden van het geval én omdat de gemeente alsnog rechtsbescherming is gaan bieden tegen de aanvankelijk automatische schorsing van een taxivergunning na schorsing van de aansluiting van een chauffeur bij een TTO.
Tegen de gemeente is toen gevorderd haar te bevelen de bestuurlijke handhaving jegens Taxistad en Take a Taxi op te schorten. Deze vordering is in hetzelfde vonnis van 7 november 2019 afgewezen, kort gezegd, omdat de civiele (voorzieningen)rechter onbevoegd is hierover te oordelen.
2.7.
Uit een brief van 12 november 2019 van de gemeente blijkt – kort gezegd – dat de gemeente van mening is dat Take a Taxi niet voldaan heeft aan het tweede onderdeel van de last onder dwangsom van 31 juli 2019 (zie onder 2.4) en dat de gemeente om die reden de dwangsom zal gaan invorderen. De brief stelt Take a Taxi voorts in de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
2.8.
Uit een brief van 18 november 2019 van Take a Taxi aan een bij haar aangesloten chauffeur die een overtreding heeft begaan blijkt – kort gezegd – dat Take a Taxi van mening is dat zij op grond van het vonnis van 7 november 2019 niet de bevoegdheid heeft een alternatief maatregelenprotocol toe te passen, maar dat zij bij toepassing van het gemeentelijke protocol wel een beoordelingsruimte heeft om tot een redelijke en evenwichtige sanctionering te komen. Om die reden is de desbetreffende chauffeur in plaats van een schorsing een boete van € 104,- opgelegd.
2.9.
Op 22 december 2019 heeft mr. Pols namens Take a Taxi een zienswijze ingediend bij de gemeente. Hierin is onder meer opgenomen dat sprake is van rechtsongelijkheid. Het gaat in dit geval, aldus de zienswijze van mr. Pols, om een beperkt aantal overtredingen die zijn begaan vóór 15 juli 2019. De gemeente heeft per die datum een beleidswijziging doorgevoerd. Vanaf die datum krijgen TTO-chauffeurs net als overige taxichauffeurs in Amsterdam bij een bagatelovertreding een verkeersboete opgelegd. Is diezelfde overtreding vóór 15 juli 2019 begaan, dan zou een schorsing moeten worden opgelegd, hetgeen een veel zwaardere sanctie is dan een boete.
2.10.
Op 15 januari 2020 heeft de gemeente aan Taxistad en Take a Taxi (opnieuw) een last onder dwangsom opgelegd voor het geval niet uiterlijk op 22 januari 2020 om 12.00 uur het maatregelenprotocol van de gemeente wordt nageleefd. In de brief van 15 januari 2020 is onder meer opgenomen dat geen sprake is van rechtsongelijkheid omdat andere TTO’s vóór de beleidswijziging van 15 juli 2019 zich wel hebben geconformeerd aan de toen voorgeschreven minimale sanctiemaatregelen.
2.11.
Taxistad en Take a Taxi hebben op 14 januari 2020 aan eisers aangekondigd alsnog de door de gemeente voorgestelde maatregel van schorsing te zullen gaan opleggen.
2.12.
Ter zitting in dit kort geding heeft mr. Pols aangegeven namens Taxistad en Take a Taxi een voorlopige voorziening aan te vragen bij het CBB, inhoudende een schorsing van het besluit van de gemeente van 15 januari 2020, totdat op het tegen dit besluit in te dienen bezwaar is beslist.

3.Het geschil

3.1.
Eisers vorderen – kort gezegd – de artikelen 2.5, 2.7 en 2.17 lid 1 van de Taxiverordening onverbindend te verklaren, althans de werking daarvan op te schorten totdat sprake is van een in een bodemprocedure gegeven onherroepelijk oordeel over de rechtmatigheid van deze artikelen én Taxistad en Take a Taxi te verbieden om de bij hen aangesloten chauffeurs de aangezegde privaatrechtelijke sanctiemaatregelen op te leggen, althans de tenuitvoerlegging van die sanctiemaatregelen op te schorten totdat een onherroepelijke uitspraak over de rechtmatigheid van die sancties is gedaan, althans tot een door de voorzieningenrechter te bepalen moment, althans een zodanige voorlopige voorziening te treffen die de voorzieningenrechter passend acht, met veroordeling van Taxistad en Take a Taxi in de kosten van dit geding.
3.2.
Eisers stellen hiertoe – samengevat weergegeven – dat de gemeente de TTO’s in de brief van 5 juli 2019 ruimte heeft geboden om af te wijken van de voorgeschreven minimumsancties. Ook uit het kortgedingvonnis van 7 november 2019, waarbij de gemeente partij was en waartegen zij geen hoger beroep heeft ingesteld, blijkt dat Taxistad en Take a Taxi vrij waren om naar eigen inzicht per geval gemotiveerd te bepalen welke sanctie gepast was. Eisers zijn dan ook onaangenaam verrast door de beslissing van de gemeente om oplegging van de afwijkende sancties (geldboete in plaats van schorsing) af te wijzen en Taxistad en Take a Taxi wederom op straffe van dwangsommen ertoe te bewegen de minimumsancties (de schorsing) aan eisers op te leggen. Gezien de zwaarte van die sancties is dit niet aanvaardbaar; eisers aanvaarden wel het opleggen van een geldboete.
3.3.
Taxistad en Take a Taxi hebben aangevoerd dat het in deze zaak gaat om een beperkte groep van chauffeurs die vóór 15 juli 2019 een overtreding hebben begaan en aan wie volgens de gemeente een schorsing variërend van een week tot twee jaar moet worden opgelegd. Er komen geen nieuwe gevallen bij omdat dezelfde overtredingen begaan na 15 juli 2019 slechts leiden tot het opleggen van een geldboete. Taxistad en Take a Taxi willen ook aan eisers een geldboete opleggen, omdat anders sprake is van onaanvaardbare rechtsongelijkheid. Door de gemeente wordt echter bij Taxistad en Take a Taxi het mes op de keel gezet door hoge dwangsommen op te leggen en te dreigen met het intrekken van de vergunningen. Dit maakt de ruimte die een TTO heeft om een eigen afweging te maken illusoir. Taxistad en Take a Taxi willen deze kwestie in bezwaar en beroep aan de orde stellen, maar dat komt voor de eisers in dit kort geding te laat.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Partijen hebben geen verschil van mening. Zowel eisers als Taxistad en Take a Taxi zijn van mening dat aan eisers voor de vóór 15 juli 2019 begane overtredingen een geldboete moet worden opgelegd en niet de zware sanctie van schorsing zoals voorgeschreven in het toen geldende maatregelenprotocol van de gemeente.
4.2.
Het achterliggende geschil in deze zaak speelt tussen Taxistad en Take a Taxi enerzijds en de gemeente anderzijds. De gemeente was op de hoogte van dit kort geding (een drietal medewerkers van de gemeente was als toehoorder aanwezig), maar de gemeente heeft er niet voor gekozen in dit kort geding tussen te komen om haar standpunt naar voren te brengen. Van de mogelijkheid die de voorzieningenrechter aan de drie medewerkers heeft geboden om ter zitting het woord te voeren is geen gebruik gemaakt; wel is er verwezen naar de inhoud van de brief van de gemeente van 15 januari 2020.
4.3.
In het vonnis van 7 november 2019 (zie 2.6) heeft de voorzieningenrechter overwogen dat het maatregelenprotocol aan de taxichauffeurs voldoende rechtsbescherming biedt. In dit kort geding wordt dit oordeel overgenomen. De vorderingen die zich richten tegen de geldigheid en werking van de Taxiverordening zijn dan ook niet toewijsbaar. Het gaat dan in dit kort geding nog om de vraag welke sanctie moet worden opgelegd aan een beperkte groep van chauffeurs. Het betreft enkel “oude” gevallen van vóór 15 juli 2019 begane overtredingen; dit betekent dat deze groep van chauffeurs zich niet meer kan uitbreiden. Eisers hebben, zowel bij monde van mr. Kuijper als bij monde van Taxistad en Take a Taxi, aannemelijk gemaakt dat de schorsing hen zwaar treft, met name twee van de eisers die een schorsing van twee jaar boven het hoofd hangt. Het belang van de gemeente om Taxistad en Take a Taxi per 22 januari 2020 door middel van het opleggen van dwangsommen en intrekking van de TTO-vergunning ertoe te bewegen de schorsing op te leggen weegt hiertegen niet op. Niet uit de verf is gekomen waarom de gemeente hiermee niet zou kunnen wachten tot op de door Taxistad en Take a Taxi bij het CBB aan te vragen voorlopige voorziening tot schorsing van de besluiten van de gemeente van 15 januari 2020 is beslist. De feitelijke situatie is nu anders dan die ten tijde van de uitspraak van het CBB van 10 september 2019. Nu hebben Taxistad en Take a Taxi in zoverre het maatregelenprotocol van de gemeente toegepast dat zij aan de chauffeurs een boete hebben opgelegd waarbij zij gemotiveerd zijn afgeweken van de door de gemeente voorgestelde maatregel van schorsing (zie 2.8). Of de gemeente terecht meent dat die afwijking niet gerechtvaardigd is zal in de bestuursrechtelijke procedure moeten worden beoordeeld. Het CBB heeft nu dan ook een andere beslissing te nemen in de voorlopige voorzieningenprocedure dan in de eerdere procedure. Een belangenafweging valt daarom uit in het voordeel van eisers, in die zin dat eerst de uitkomst van die procedure bij het CBB moet worden afgewacht, alvorens Taxistad en Take a Taxi een sanctie aan eisers kunnen opleggen.
4.4.
Een en ander betekent dat de vorderingen van eisers in dit kort geding die zich tegen Taxistad en Take a Taxi richten worden toegewezen in die zin dat de tenuitvoerlegging van de door Taxistad en Take a Taxi jegens eisers aangekondigde sanctiemaatregelen (de schorsing) zal worden opgeschort totdat een uitspraak is gedaan in de door Taxistad en Take a Taxi bij het CBB aan te spannen voorlopige voorzieningenprocedure, onder de voorwaarde dat zij tijdig een bezwaarschrift indienen bij de gemeente tegen het besluit van 15 januari 2020 en de voorlopige voorziening binnen twee weken na heden aanvragen. Indien Taxistad en Take a Taxi niet aan deze voorwaarde voldoen vervalt de opschorting.
4.5.
Bij deze stand van zaken wordt ervan uitgegaan dat de gemeente de aangekondigde uiterste datum voor de door Taxistad en Take a Taxi te treffen maatregelen van 22 januari 2020 (heden dus), zoals opgenomen in het besluit van 15 januari 2020, eveneens opschort totdat een uitspraak is gedaan in de door Taxistad en Take a Taxi bij het CBB aan te spannen voorlopige voorzieningenprocedure.
4.6.
In dit kort geding, waarin partijen het met elkaar eens zijn en Taxistad en Take a Taxi vrijwillig zijn verschenen, is geen aanleiding een kostenveroordeling uit te spreken.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
schort de tenuitvoerlegging van de door Taxistad en Take a Taxi jegens eisers aangekondigde sanctiemaatregelen (de schorsing, zie 2.11) op totdat een uitspraak is gedaan in de door Taxistad en Take a Taxi bij het CBB aan te spannen voorlopige voorzieningenprocedure, onder de voorwaarde dat zij tijdig een bezwaarschrift indienen bij de gemeente tegen het besluit van 15 januari 2020 en de voorlopige voorziening binnen twee weken na heden aanvragen,
5.2.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Walraven, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Veraart, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 januari 2020. [1]

Voetnoten

1.type: MV