ECLI:NL:RBAMS:2020:2656
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wraking van bestuursrechter door verzoeker niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan gronden
In deze zaak heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam op 11 maart 2020 uitspraak gedaan over een wrakingsverzoek van ing. [verzoeker] tegen mr. M.A. Broekhuis, bestuursrechter te Amsterdam. Het verzoek tot wraking is ingediend in het kader van een lopende procedure waarbij verzoeker in beroep was tegen een beslissing van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. Tijdens de zitting op 18 februari 2020 heeft verzoeker zijn wrakingsgronden gepresenteerd, maar de rechter heeft niet berust in het verzoek. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat verzoeker niet heeft aangetoond dat de rechter blijk heeft gegeven van vooringenomenheid of de schijn daarvan heeft gewekt. De gronden voor het wrakingsverzoek mochten niet later worden aangevuld, wat leidde tot de conclusie dat verzoeker niet-ontvankelijk is in zijn verzoek.
De wrakingskamer heeft in haar overwegingen benadrukt dat de rechter op grond van zijn aanstelling vermoed wordt onpartijdig te zijn, tenzij er uitzonderlijke omstandigheden zijn die dit tegenspreken. Verzoeker heeft niet voldoende feiten of omstandigheden aangedragen die zouden wijzen op een gebrek aan onpartijdigheid van de rechter. De beslissing van de wrakingskamer is definitief en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.