Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid: Feiten waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist
5.Onschuldverweer
6.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a, OLW
- het onderzoek is in België aangevangen;
- het bewijs bevindt zich grotendeels in België;
- de rechtsorde is in België geschonden, en;
- de medeverdachten zullen in België worden vervolgd.
- de rechtsorde kennelijk grotendeels in Nederland is geschokt, nu de feiten zoals die zijn omschreven in het EAB en in de aanvullende informatie van 26 februari 2020 volgens de Belgische politie kennelijk grotendeels in Nederland zouden zijn begaan;
- de opgeëiste persoon in Nederland woont en in Nederland is aangehouden, waarbij onder hem door de Nederlandse politie voorwerpen en bewijsmiddelen in beslag zijn genomen;
- de telefoonnummers waar de in het EAB en in de aanvullende informatie van 26 februari 2020 genoemde ‘NN [naam] ’ contact mee zou hebben gehad, afkomstig zijn uit Nederland.
7.Garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
8.Detentieomstandigheden
9.Slotsom
10.Toepasselijke wetsartikelen
11.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Rechtbank van Eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen (België).