In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 maart 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van levensmiddelen op 14 december 2019 te Amsterdam. De verdachte, geboren in 1983 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was gedetineerd in het Justitieel Complex. Tijdens de zitting op 13 maart 2020 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie, mr. L.E. Stroink, en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. V.H. Hammerstein, gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal van levensmiddelen, waaronder koffie, kip en bier, die toebehoorden aan Albert Heijn. De rechtbank oordeelde dat het ten laste gelegde bewezen kon worden verklaard op basis van het dossier en de bekennende verklaring van de verdachte.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte de maatregel van plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders (ISD-maatregel) opgelegd zou krijgen voor de duur van één jaar. De verdediging heeft verzocht om geen ISD-maatregel op te leggen, omdat de verdachte gemotiveerd is om zelfstandig terug te keren naar Duitsland. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat de ISD-maatregel noodzakelijk is om de recidive van de verdachte te stoppen en ter bescherming van de maatschappij. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoonlijke situatie van de verdachte, die verslaafd is aan harddrugs en geen recht heeft op sociale voorzieningen in Nederland.
De rechtbank heeft uiteindelijk de ISD-maatregel opgelegd voor de duur van één jaar, zonder aftrek van voorarrest, en heeft de maatregel gericht op de terugkeer van de verdachte naar Duitsland. De rechtbank heeft de beslissing gegrond op de artikelen 38m, 38n en 310 van het Wetboek van Strafrecht. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter mr. S. Djebali en de rechters mrs. J. Thomas en C. Huizing-Bruil, in aanwezigheid van griffier mr. S.D. van der Heiden.