In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 24 april 2020 uitspraak gedaan over de weigering van een omgevingsvergunning voor een woonboot gelegen in het Oostelijk Havengebied. Eisers, de eigenaren van de woonboot, hadden eerder aanvragen ingediend om hun woonboot te mogen vervangen en om gedoogbeschikkingen te verkrijgen. De gemeente Amsterdam had deze aanvragen in eerste instantie ingewilligd, maar later herroepen. De rechtbank oordeelde dat de gemeente terecht had besloten de omgevingsvergunning te weigeren, omdat de woonboot niet voldeed aan de eisen van het bestemmingsplan. De rechtbank concludeerde dat de woonboot niet herkenbaar was als een van origine varend schip en dat de hoogte van de woonboot de toegestane constructiehoogte overschreed. De rechtbank verklaarde het beroep van eisers ongegrond en veroordeelde de gemeente in de proceskosten van eisers. De uitspraak benadrukt het belang van de naleving van bestemmingsplannen en de voorwaarden voor het verkrijgen van omgevingsvergunningen.