Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2] (notaris),
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
[e-mailadres]. Dit is hetzelfde e-mailadres waarvan de hiervoor onder 1.2 genoemde e-mail van 1 april 2020 is verstuurd. De griffier heeft [gedaagde sub 1] vervolgens met dit e-mailadres uitgenodigd voor de via Skype for Business gehouden testsessie en de mondelinge behandeling. Op die uitnodiging(en) heeft [gedaagde sub 1] niet gereageerd. Echter uit een door mr. Edens in het geding gebrachte e-mail van 6 april 2020 blijkt dat [gedaagde sub 1] de aan hem toegestuurde producties via WeTransfer heeft gedownload. Al met al is voldoende aannemelijk dat [gedaagde sub 1] op de hoogte was, althans had kunnen zijn, van de door [eiser] ingestelde vorderingen en (het tijdstip van) de mondelinge behandeling waarop deze zouden worden behandeld. Tegen hem is dan ook verstek verleend.