ECLI:NL:RBAMS:2020:1774
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een gebiedsverbod en meldplicht opgelegd aan een lid van de Ajax hooligans
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 26 februari 2020 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van een lid van de Ajax hooligans. De burgemeester van Amsterdam had op 22 november 2019 een gebiedsverbod en meldplicht opgelegd aan de verzoeker voor alle dagen waarop Ajax een wedstrijd speelt in de komende 18 maanden. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 17 januari 2020 heeft de burgemeester het oorspronkelijke besluit ingetrokken en een nieuw besluit genomen, waar verzoeker opnieuw bezwaar tegen maakte. De voorzieningenrechter heeft het onderzoek heropend en op 26 februari 2020 de mondelinge uitspraak gedaan.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en geoordeeld dat de burgemeester bevoegd was om het gebiedsverbod en de meldplicht op te leggen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester voldoende redenen had om deze maatregelen te treffen, gezien de betrokkenheid van verzoeker bij meerdere incidenten tijdens voetbalwedstrijden van Ajax. De voorzieningenrechter heeft ook geoordeeld dat de burgemeester de belangen van de openbare orde zwaarder mocht laten wegen dan de bewegingsvrijheid van verzoeker. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het gebiedsverbod deels op het grondgebied van de gemeente Ouder-Amstel ligt, maar dat er voldoende instemming was van de burgemeester van Ouder-Amstel.
De voorzieningenrechter heeft de burgemeester veroordeeld in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 1.050,- en heeft bepaald dat de burgemeester het betaalde griffierecht van € 174,- aan verzoeker moet vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.